‘Durf te zijn wie je bent’, is een vaak gehoorde uitspraak. Terwijl als je je onderscheidt, je vaak het gevoel krijgt bekritiseerd te worden ‘Wie denk je wel dat jij bent’ of ‘daar komt hij/zij weer, altijd iets anders’. Dat als je je onderscheidt, het lijkt alsof je niet bij de ‘groep’ hoort. Alsof je je afkeert van het ‘gewone’, het ‘normale’. Het voelt vaak tegenstrijdig. Aan de ene kant voel je je een deel van het geheel terwijl je aan de andere kant je ‘anders’ voelt. Hoe verbind je die twee?
In zijn werk kon hij zijn vrouwelijke kant de ruimte geven. Haar energie mocht daar vrijelijk stromen. Iets wat hij buiten zijn werk niet kon. Daarom kon hij zichzelf zo verliezen in zijn werk. Geen ego-gedoe. Hij kon er zijn creativiteit in kwijt. Dat was anders buiten zijn werkomgeving. Daar ging zijn vrouwelijke energie op slot.
Ze hadden samen 40 jaar lief en leed gedeeld. Samen veertig jaar op weg geweest in dit leven. Ze hebben elkaar gevormd. Oude niet dienende overtuigingen samen afgebroken en losgelaten om er nieuwe voor in de plaats te zetten. Het was geven en nemen. Ze konden elkaar lezen. Zonder veel woorden te geven aan, wisten ze van elkaar hoe ze over het leven tot nu dachten en voelden. En dan opeens valt hij weg. Onverwacht.
De laatste tijd merk ik op dat mensen ongelooflijk veel in discussie raken over het geringste dat iemand zegt. Een vraag naar een ja of nee wordt steeds vaker beantwoord door een uitgebreid verhaal met overbodige uitleg. Of antwoorden die steeds meer uitgebreid worden met onderbouwingen waar je moe van wordt en waar de aandacht door verslapt.
De vorige keer had ik het over het voldane gevoel dat ik kan hebben bij het terugkijken naar de levensweg die ik heb afgelegd. Het doet me versteld staan over hoe dit werkt en wat het met me doet.
De vorige columns gingen over het ‘voldane gevoel’ dat ik zocht in deze nieuwe derde fase van mijn leven. Ik ga er nog wat dieper op in omdat ik opeens besefte dat ik vanuit een ‘druk’ bestaan overging in een bestaan waarin ik ongeveer 75 procent van wat ik dagelijks deed bewust inleverde voor: ‘niets hoeft, alles mag’. Dat ik ook dat ‘voldane gevoel’ dat daarbij hoorde inleverde, daarvan was ik me niet bewust.
Kun je je nog herinneren dat ik het had over ‘Het onderzoeken wat mij nu in deze periode, de derde levensfase, net zoveel voldoening zal kunnen geven als dat ik voorheen voelde bij mijn werk en gezin?’
Niets moet. Alles mag. Vorige keer kwam bij mij het inzicht dat het woord ‘voldoening’ meerdere, verschillende gevoelservaringen kan hebben. De voldoening die ik voelde bij het uitvoeren van mijn baan is er eentje die mij het gevoel geeft dat ik ertoe doe. Ik breng de ander iets dat zinvol is. Die ander kan iets met mijn bijdrage die ik lever. De dankbaarheid die ik ontvang geeft mij voldoening bij wat ik breng. Nou, mooi toch! Daarnaast is de rol die ik heb (had) als moeder van vier kinderen zo’n mooie uitdaging waar ik volop van heb genoten. Nu nog steeds, maar nu in een andere vorm omdat al mijn vier kinderen een eigen gezin hebben. De voldoening die ik eruit haalde toen ze nog thuis woonden of studerend zelfstandig op kamers woonden is anders dan op dit moment. Nu ik meer aan de zijlijn sta en een andere verantwoordelijkheid voel.
Het gepensioneerd zijn.De overgang van een druk ingevulde agenda met veel verantwoordelijkheden, naar een lege agenda met weinig tot geen ‘verplichtingen’ en tevens veel minder verantwoordelijkheden. Pfffffff!!!! Hier had ik nu echt zin in.
In haar fysiotherapie-, kinesiologie- en coachingspraktijk ziet Christine Voncken-Rutten (1956) al meer dan veertig jaar dat veel fysieke en mentale klachten voortkomen uit het niet goed kunnen uiten van wat er in ons speelt. Dit is het verhaal van een vrouw die moeder werd en zich zichtbaar maakt naar haar vader. Hem vertelt, in aanwezigheid van haar moeder, dat zij zichzelf niet kan zijn in relatie tot hem. Dat haar broers nu hetzelfde reageren op haar als dat hij naar mama altijd geleefd heeft. Dat de mannen in het gezin niet open staan voor de gevoelens van de vrouw. Zij deelt dit met haar vader omdat hij geraakt wordt door de strijd die zijn dochter doormaakt en hij haar zo graag wil helpen. Hij beseft nu, door zijn dochter, dat de vreugde bij het hebben van een kind niet per definitie betekent dat een vrouw geen andere gevoelens dan geluk daarnaast kan hebben. Hij geeft zijn dochter nu dat wat hij zijn vrouw moeilijk kon geven. Hij gaat met zijn zonen in gesprek om zijn tekortkomingen naar hun moeder met hen te delen. Het verhaal is verteld vanuit het perspectief van de dochter:
Donkerte daagt liefde uit.Donkerte is voor de liefde wat modder voor de lotus is.Zonder donkerte geen licht.Daar waar licht is kan geen donkerte bestaan.In de donkerte wordt het zaadje geplant. Net zoals het kleine embryo in de baarmoeder zich nestelt en wortel schiet.Het hartje, waar het lichtje zich in bevindt, is het eerste levensteken.De kern van ons bestaan.
Dit heb ik vaker gehoord in mijn leven. Het wordt vooral gezegd door mensen die de dood in de ogen hebben gezien. En toch… Ik begrijp het, maar het werkt bij mij niet.
Wat horen, zeggen of denken we vaak: ‘ik ben anders’ of ‘Ik zit anders in elkaar.’ Ik ook. Soms met een goed gevoel, maar soms geeft het een eenzaam gevoel. Als het minder goed voelt dan kijk ik en verdiep ik me in deze overtuiging en kom ik tot het inzicht dat dit ‘anders-zijn’ vaak ontstaat als ik me niet begrepen voel. Als de ander me verkeerd interpreteert. Of, als steeds weer opnieuw mijn zienswijze afgekeurd en bekritiseerd wordt. Hoe het voor mij voelt, hangt ook af van wie ik tegenover mij heb.
Als ik nu, 67 jaar, terugkijk naar mijn geleefde leven en alle zegeningen tel, zie ik ook waar ik me ‘druk’ over maakte in het leven. Ik ben nu bewust dat het ook soms dwalingen waren die mij druk gaven en misschien al ontstonden in mijn kindertijd. Ik geloof dat het leven iedereen uitdaagt om te leren, om ons authentieke zelf te ontdekken en vorm te geven. In het najaar van mijn leven merk ik dat er best nog wat delen van mezelf in de schaduw weggedrukt staan. Delen die ik geen ruimte heb gegeven omdat het ooit niet veilig voelde. Delen die ik al als klein kind in de schaduw gezet had. Ik dacht destijds: “Wacht maar als ik later groot ben, dan mag ik zelf bepalen. Dan laat ik wel zien wie ik ben.” Ik ben aan deze gedachte trouw gebleven.