In zijn werk kon hij zijn vrouwelijke kant de ruimte geven. Haar energie mocht daar vrijelijk stromen. Iets wat hij buiten zijn werk niet kon. Daarom kon hij zichzelf zo verliezen in zijn werk. Geen ego-gedoe. Hij kon er zijn creativiteit in kwijt. Dat was anders buiten zijn werkomgeving. Daar ging zijn vrouwelijke energie op slot.
Afbeelding door Erik Voncken
Zijn vader tolereerde geen ‘zwakheden’. Hij moest presteren. Hij deed het in zijn ogen dan ook nooit goed. Er was bij hem geen plaats voor gevoeligheden. Hij voelde zich door hem niet gezien. Niet gezien voor wie hij was. Het gevoelige jongetje dat meer was dan uiterlijke prestatie.
Hij trok zich dan ook terug in zichzelf. Hoe kon hij dan ooit leren om zichzelf te kunnen zijn? Steeds maar weer te worden herinnerd aan dat hij zijn vader keer op keer teleurstelde, zorgde ervoor dat hij zichzelf afkeurde in de ogen van zijn vader. Later, toen hij ouder was en hij zijn beroep uitoefende, kwam er meer ruimte voor zijn gevoelige kant. Zijn vrouwelijke energie mocht vorm aannemen. Mocht geleefd worden. Het werd zelfs gewaardeerd. Hij ontwikkelde dan ook mooie dingen die de mensheid in het geheel dienden.
Maar daarbuiten, in de mensenwereld, daar bleef hij onzichtbaar. De afkeuringen van zijn vader kreeg hij in alles en door iedereen weerspiegeld. Het nooit goed doen. Hij oogde een zonderling. Zo tegenstrijdig met hoe hij zichzelf op de werkplek liet zien.
Naar zijn kinderen wist hij niet beter dan zijn vader te imiteren. Ze moesten presteren. Ze moesten zich ‘gedragen’. Hij had geen ander voorbeeld. Ook al had hij een interne strijd met zijn vader. Zijn dochter ging herhaaldelijk de strijd met hem aan. Zij weerspiegelde zijn weerstand, die hij steeds voelde naar zijn vader maar nooit zichtbaar durfde maken. Nu zat hij in een nog groter dilemma: Haar strijd was zijn strijd.
Maar nu werd deze strijd, openlijk naar hem als vader zijnde, geleefd door zijn kind. Hij voelde enerzijds begrip voor haar en anderzijds keurde hij het af, want tegen je vader ingaan was in zijn jonge tijd onaanvaardbaar. Hoe moest hij hier in gaan staan?
Zijn dochter dreef het soms tot uitersten. Nam afstand door hem niet meer te willen zien. Ze had tijd nodig, zo vertelde ze. Hij voelde haar strijd. Wat kon hij doen? Zij nam haar stuk op voor zichzelf. Ze nam verantwoordelijkheid voor haar eigen stuk. Hij voelde dat hij hier niet onderuit kon. Zij bleef hem herinneren terwijl zij haar stappen zette. Ook voelde hij haar liefde. De liefde die haar hiertoe deed aanzetten. Alsof ze diep van binnen wist dat het zijn onmacht was die hij naar haar leefde.
Hij begon te beseffen dat hij eigen wonden had te helen. Dat niemand anders dit voor hem kon doen. Hij mocht de weg van dat kleine mannetje opnieuw doorlopen, maar dan vanuit de inzichten die het leven hem gegeven hadden. Hij besefte dat hij op zijn werk wel kon zijn wie hij werkelijk was. Zijn vrouwelijke energie daar vrijelijk kon laten stromen. Nu mocht hij, van daaruit dit te beseffen, ook zijn vrouwelijke energie in zijn privéleven ruimte gaan leren geven. Vertrouwende op zijn ervaring dat hij naar zijn omgeving hierin zichzelf, dat kleine mannetje, veiligheid zou kunnen bieden. Dit mocht hij gaan oefenen. Hij mocht leren. Hij hoefde het nog niet te kunnen.
Hij leerde in eerste instantie in gesprek te gaan met zijn overleden vader. Hem te vertellen wat zijn manier van benadering met hem gedaan had. Volledig eerlijk zijnde zonder hem te sparen. Dat was een vereiste om tot elkaar te kunnen komen. Het luchtte op, ook doordat hij zijn vader vroeg alleen te luisteren en als hij dat niet kon dat hij een andere keer het gesprek met hem zou voeren. Waarop zijn vader, eerst twijfelend maar later er zich aan over gaf.
Het voelde goed om zijn hart te luchten en te voelen dat zijn vader echt luisterde. Daarna vroeg hij zijn vader, ‘waarom?’
Zijn vader legde hem uit dat hij hem had willen beschermen voor de pijn die de buitenwereld deed aan jongens die gevoelig waren. Hij had dit aan den lijve ondervonden. Jongens klaar stomen, in een maatschappij, voor oorlogen waarin er geen plek is voor gevoeligheden. Dat zou je als gevoelige jongen niet overleven. Zijn vader vertelde over de hardheden die hij was tegengekomen in zijn jeugd. Dit had hij zijn zoon willen besparen. Niet beseffende dat hij, in deze, vanuit zijn eigen angst, zijn zoon zijn liefde onthield. Dit beseffende deed pijn. Verdriet maakte zich meester van hem. Toen volgde Stilte.
Stilte die alles in zich droeg, waar geen woorden toereikend zouden zijn voor wat gezegd wilde worden.
Na dit gesprek was er over en weer begrip voor elkaar. De liefde kreeg ruimte om gezien te worden. Ze omhelsden elkaar met tranen in beider ogen. De twee mannen zagen elkaar, wie ze in werkelijkheid waren. De lasten van de wereld loslatend.
Ze voelden bevrijding omdat beiden hun licht hadden laten schijnen op dat wat nog diep in hen verborgen, in de donkerte, zat. Het werd gezien en het mocht er zijn. Om vervolgens losgelaten te worden.
Christine deelt in haar columns levenservaringen vanuit het perspectief van haar werk als fysiotherapeute en kinesiologe. Levenservaringen waarin het leven je uitdaagt om te zijn wie je werkelijk bent.