Als je goed oplet, zul je merken dat hoe meer je ergens tegen vecht, hoe groter het wordt. Misschien is het een slechte gewoonte, een negatief gedachtepatroon, golven van gedachten, emoties, ervaringen uit het verleden of een naderende deadline. Wat het ook is, je duwt ertegen, probeert het weg te dwingen, doet alsof het niet bestaat of negeert het zelfs, maar het gaat nooit weg. Wat je tegenwerkt, bouwt kracht op. Op een gegeven moment zal het je dreigen omver te werpen.
Dit wordt ook wel het “witte olifant” effect genoemd. Hoe harder je probeert een witte olifant te vergeten, hoe meer je eraan denkt. Weerstand werkt op dezelfde manier, het houdt ongewenst gedrag in het brandpunt van je geest. Carl Jung, de invloedrijke psycholoog die veel schreef over de kracht van het onderbewustzijn, zei:
"Wat je weerstaat, blijft niet alleen bestaan, maar zal ook in omvang toenemen."
Kortom, wat je tegenwerkt, blijft bestaan. Je krijgt meer van wat je tegenwerkt.
De levensveranderende filosofie achter Jung's woorden is deze: Weerstand creëert spanning. Het houdt je focus vast op precies datgene wat je wilt vermijden. De constante focus versterkt ongewenste gedachten, gevoelens of ervaringen. Het wordt als een spotlight, die al je aandacht trekt en het groter en krachtiger doet lijken dan het werkelijk is.
Jung's theorie is diep geworteld in zijn begrip van het onderbewustzijn. Volgens Jung bevat het onderbewustzijn veel van de aspecten van onszelf die we niet willen erkennen of onder ogen willen zien. Wanneer we deze aspecten proberen te onderdrukken of te negeren, geven we ze onbewust meer kracht. Deze onderdrukte aspecten vinden vaak een manier om zichzelf kenbaar te maken, vaak op ongewenste en destructieve manieren.
Bijvoorbeeld, als je een diepgewortelde angst hebt en je probeert deze te negeren of weg te duwen, kan deze angst zich manifesteren als fysieke symptomen zoals stress of angstaanvallen. Het onderbewustzijn laat zich niet zo gemakkelijk onderdrukken; het vindt manieren om op te duiken, vaak op momenten dat je het het minst verwacht.
Dit principe staat bekend als het “Roze olifant” effect. Het idee is simpel: hoe meer je probeert niet aan iets te denken, hoe prominenter het in je gedachten aanwezig blijft. Dit fenomeen is vaak getest in psychologische experimenten, waar deelnemers wordt gevraagd om niet aan een witte olifant te denken. Vrijwel altijd blijkt dat hoe harder ze proberen het te negeren, hoe meer ze eraan denken.
Dit effect verklaart waarom het onderdrukken van gedachten of gevoelens vaak contraproductief is. In plaats van ze te laten verdwijnen, houden ze ons in hun greep, waardoor we gevangen blijven in een cyclus van weerstand en frustratie.
De levensveranderende boodschap in Jung’s theorie is dat acceptatie de sleutel is tot het doorbreken van deze cyclus. Door te accepteren wat is, zonder oordeel of weerstand, verminderen we de kracht die deze gedachten en gevoelens over ons hebben. Acceptatie betekent niet dat we het goedkeuren of er blij mee zijn, maar dat we het erkennen en ruimte geven om te bestaan zonder ertegen te vechten.
Bijvoorbeeld, als je een negatieve gedachte hebt, in plaats van deze te onderdrukken, kun je deze opmerken en accepteren als een deel van je huidige ervaring. Je zou kunnen denken: "Ik merk op dat ik deze gedachte heb, en dat is oké." Door dit te doen, ontkracht je de gedachte en geef je jezelf de ruimte om verder te gaan zonder in de valkuil van weerstand te trappen.
Het toepassen van Jung's filosofie van acceptatie kan beginnen met mindfulness en meditatie. Deze praktijken helpen ons om in het moment te blijven en onze gedachten en gevoelens zonder oordeel te observeren. Door regelmatig te oefenen, kunnen we beter leren omgaan met onze innerlijke ervaringen en de neiging tot weerstand verminderen.
Hier zijn enkele stappen om te beginnen:
Carl Jung’s theorie over weerstand en acceptatie biedt een krachtige lens om naar onszelf en onze ervaringen te kijken. Door te begrijpen dat wat we tegenwerken, blijft bestaan en zelfs groeit, kunnen we leren om op een meer accepterende en compassievolle manier met onszelf om te gaan. Deze benadering kan leiden tot een dieper gevoel van innerlijke vrede en emotioneel welzijn.