Een krant is papier van een dag, maar een boek kun je herlezen. De gesprekken in Nooit meer hetzelfde, voerde Coen Verbraak voor de Volkskrant. Ze zijn nu gebundeld in een hardback boek dat uitgegeven is door Alfabet uitgevers. Verbraak is een begenadigd interviewer die in gesprek gaat met mensen die iets ingrijpends hebben meegemaakt – en die daarna verder moesten met hun leven. Dat vraagt om herlezing. Dat vraagt om een harde kaft, juist omdat Verbraak de kunst verstaat zielenroerselen nauwgezet te ontrafelen.
De interviews zijn divers net als de manieren waarop het leven ingreep in een levensloop. Verbraak interviewt een oncoloog van wie twee dochters kanker kregen, maar ook een veteraan, voor wie het leven totaal veranderde door zijn missie naar Srebrenica, of een vrouw, wier beste vriend zijn zoontjes en zichzelf om het leven bracht. Het zijn verhalen vol verdriet en rouw, maar ook vol hoop en veerkracht, juist omdat ze zo invoelbaar zijn.
Je zult maar net als Annie Bronkhorst nooit meer grapjes kunnen maken, of je kleinkinderen kunnen voorlezen. Een onbezorgde vakantie aan de Moezel eindigde in een ziekenhuisopname die haar leven totaal zou veranderen. Midden in de nacht zat ze plotseling rechtop in bed. Toen haar man vroeg wat er aan de hand was, antwoordde ze niet. Praten lukte Annie niet meer. Wel kreeg ze nog drie letters op papier. ‘Ger’ de naam van een vriend die een hersenbloeding had gehad.
Annie besefte wat er aan de hand was, maar praten lukte niet meer, ‘Ja’ en ‘Nee’ restten haar. De artsen dachten dat dit metertijd wel zou verbeteren, maar inmiddels is ze zeven jaar verder. Een zwaar lot voor een actief en sociaal mens.
‘Het lastige is dat ik mijn gedachten altijd moet inkorten. Ik schrijf veel minder dan ik wil zeggen.’ Annie gebruik een notitieblok. Het apparaat waarop ingetikte zinnen door een computerstem worden uitgesproken, gebruikt ze zelden. Zo heeft haar stem nooit geklonken.
Ze las zo graag voor, niet alleen aan haar kleinkinderen, maar ook gedichten in de kerk met Kerst. Ze hield van telefoneren met haar zus. Ze hield vooral van taal, een snelle reactie, een kwinkslag, een grap. Nu duurt het te lang voor ze iets heeft opgeschreven, het moment is dan al voorbij.
Het heeft lang geduurd voor ze haar situatie kon accepteren. Ze stelt zichzelf vragen om over na te denken, vertoeft in haar herinneringen, is dankbaar voor haar dochter die vlakbij woont. Op de vraag of ze voor haar gevoel iets heeft teruggekregen antwoordt ze: Het besef dat veel mensen je belangeloos willen helpen en dat er veel van zulke gouden mensen zijn.’
Misschien is dat ook het besef dat dit boek de lezer meegeeft. Evenwicht vinden in een totaal nieuwe situatie is een kunst. Betrokkenheid, zorg, aandacht, en dierbare relaties leggen gewicht in de weegschaal waar verlies en rouw veel bepalen. Dat is iets om bij stil te staan als lezer.
‘Ieder mens heeft maar een enkeltje. Pas als je dat accepteert wordt het leven echt mooi’
Sinds twee jaar ben ik gepensioneerd. Ik werkte in het onderwijs. De laatste vijfentwintig jaar als docente pedagogiek op een Pabo. Daarnaast werk ik al 35 jaar als schrijfster. Ik schrijf poëzie en kinderboeken. Dat ijsberen eieren eten, is mijn laatste dichtbundel, uitgegeven bij uitgever P. De Boekster mijn laatste kinderboek. Een spannend en ontroerend boek dat ik met veel plezier geschreven heb. Je zal tenslotte maar van vel ruilen met het zwerfpoesje dat je net gevonden hebt. Het was heerlijk om me voor te stellen hoe een poes loopt, kijkt, zich neervlijt.
Ik heb twee prachtige dochters, lieve schoonzoons en twee kleinkinderen die werkelijk de liefsten zijn. Ik hou van films, boeken, muziek en vooral van leven. Wil je een kijkje nemen op mijn site? www.margreetschouwenaar.nl
Wat een lastige vraag, een lievelingsboek kenmerkt een periode in je leven of wordt al bijna achterhaald door het boek dat nog geschreven wordt. Er zijn wel boeken die met me meereizen: Alleen op de wereld van Hector Malot gaat hand in hand met Lampje van Annet Schaap. Maar ergens in de lange rij loopt ook Niemand is onsterfelijk van Simone de Beauvoir zij aan zij met het Golden Notebook van Doris Lessing. En laat ik de dichtbundels niet vergeten. Thomas Tranströmers Nachtzicht samen met Babs Gons’ Doe het toch maar. Mijn laatste lievelingsboek ligt nog op tafel. Onder een andere hemel van Joke Hermsen. De boeken staan in een lange optocht in mijn boekenkast, af en toe zoek ik ze weer op. Dat is denk ik een kenmerk van een lievelingsboek: je raakt er niet in uitgelezen.