Ongeveer dertig jaar geleden verscheen er een artikel in Trouw dat de term ‘generatiekloof’ als onderdeel van de jaren ‘60 beschouwde. Zes jaar later, in 1998, verscheen er in de Volkskrant eenzelfde artikel dat luidt: ‘De generatiekloof valt reuze mee’. Hoe staat het er anno 2024 voor met de generatiekloof? Is het een klein scheurtje, een gapend gat of moeten we ons afvragen waarom we al die tijd over een kloof spreken?
Kinderen zouden het niet met ouders kunnen vinden en vice versa, zo ontstond er in een samenleving die vroeger in vrede samen had geleefd, een enorme scheur. “Pa en Ma geloofden in God en dus geloofde dochterlief in Boeddha en geloofde de zoon des huizes helemaal nergens in… Jeugd en rebellie, dat hoorde bij elkaar”, staat er in het Trouw artikel geschreven.
Destijds hoogleraar jeugd en adolescentie aan de Rijksuniversiteit Utrecht, Wim Meeus, vertelde echter de krant dat jongeren anno 1992 maar weinig behoeften hebben om zich af te zetten van hun ouders. Wel zouden ze iets extremer zijn in hun opvattingen, wat soms resulteert in afstand van andermans standpunten.
Peter Giesen schreef op 16 oktober 1998 in de Volkskrant dat hij zich afvraagt of generaties überhaupt wel bestaan. Vooral jongeren zouden niet gecharmeerd zijn van het behoren tot een ‘anonieme massa leeftijdsgenoten’. Echter houdt de kloof volgens Giesen op sociologisch vlak ook weinig stand.
Maar in de negentiger jaren bestonden er nog geen TikTok, of Instagram. De platformen die medeverantwoordelijk zijn voor het feit dat alle tieners en twintigers in Nederland hun geluk niet op konden toen bekend werd dat Joost Klein hun land mocht vertegenwoordiger op het Eurovisie Songfestival; terwijl veel andere inwoners van ons land verbaasd, en soms wat minachtend, opkeken.
Giesen wees destijds in zijn artikel op het gegeven dat het probleem niet ligt in de ‘generaties’ onderling, maar het vergelijken van de jongeren door de jaren heen. Zo kleden, gedragen en feesten de jongeren van de jaren ‘90 anders dan de jongeren van de jaren ‘70, maar verschillen beiden niet zo veel van de volwassenen van hun tijd. Is dat, met alle ontwikkelingen rondom sociale media, nog steeds wel het geval?
Een scheur is te lijmen
Titels van artikelen in 2024 luiden geregeld: ‘Overgevoelig en bot: generatiekloof op het werk’ en ‘De generatiekloof: omstreden maar aanwezig’. Alhoewel de generatiekloof misschien nog altijd dat wetenschappelijke construct is waar in 1998 over werd geschreven, maar krijgen we het door onze hevige relatie met de online wereld gewoon véél vaker gevoerd. Er zijn altijd verschillen geweest tussen kinderen, ouders, buren en docenten, en dat is geenszins verbazingwekkend.
Wellicht is het tijd voor een goed gesprek tussen de verschillende generaties over het voortbestaan van diezelfde generaties. Bij Proudies zijn we in ieder geval alvast begonnen. Deze week verschijnt onze nieuwe podcast ‘Generaties aan de dis’, waar we precies dat goede gesprek de ruimte bieden.