Productiviteit lijkt tegenwoordig vaak de heilige graal. Zelfs games en speelse activiteiten vaak beoordeeld op hun 'nut'. Kun je van een spel slimmer worden? Verbetert het je cognitieve vaardigheden? Toch lijken deze vragen voorbij te gaan aan wat spelen werkelijk zou kunnen bieden: een ervaring die, puur en alleen om het spel zelf, ons welzijn kan verhogen en ons leven kan verrijken. Wat nu als we zouden stoppen met het zien van spelen als een middel om vaardigheden te ontwikkelen en het in plaats daarvan omarmen als een op zichzelf staande waardevolle bezigheid?
Van bordspellen met vrienden tot online games in een digitale arena: spelen is iets dat van alle tijden is en diep verankerd ligt in de menselijke natuur. Volgens de Amerikaanse antropoloog Johan Huizinga, auteur van het baanbrekende boek Homo Ludens (1938), is spelen een fundamenteel onderdeel van onze menselijke ervaring. Huizinga suggereerde dat de menselijke cultuur eigenlijk begon met spel; door een speelruimte te creëren, een plek waar de regels van het dagelijks leven even worden opgeschort, kunnen mensen vrij experimenteren en creëren.
Er is een overvloed aan onderzoek gedaan naar waarom mensen spelen, en telkens blijkt hetzelfde: spelen voorziet in een diepgewortelde behoefte. Psychologen zoals Mihaly Csikszentmihalyi, bekend van zijn werk over 'flow', vonden dat spelen ons in staat stelt om op te gaan in het moment, wat resulteert in verhoogde gevoelens van geluk en vervulling. Deze toestand van flow—het volledig opgaan in een activiteit—blijkt ons leven niet alleen prettiger, maar ook zinvoller te maken.
Onderzoek uit 2020 van Oxford University, waarbij duizenden gamers werden gevolgd, toont aan dat spelen, wanneer het vrijwillig en uit eigen interesse gebeurt, significant bijdraagt aan iemands mentale gezondheid. In plaats van spelen te zien als een oefening in zelfverbetering, zouden we misschien meer moeten kijken naar hoe het ons op een diepere, intrinsieke manier verrijkt.
In plaats van te vragen wat spelen ons kan opleveren, zou een andere vraag moeten zijn: wat kan het spel ons leren over onszelf en onze relaties met anderen? Sommige games, zoals The Sims of Minecraft, hebben weliswaar een component van zelfontplooiing, maar bieden vooral een wereld waarin creativiteit zonder grenzen mogelijk is. Er ontstaat een speelruimte waarin mensen zich kunnen verliezen zonder specifieke doelen, vergelijkbaar met het plezier dat een kind kan ervaren door in de modder te spelen.
Juist het idee van "doelloos" spelen heeft een bijzondere waarde. Onderzoek toont aan dat mensen die zich regelmatig bezighouden met speelse activiteiten, zoals puzzels of non-competitieve games, vaker ontspannen zijn en minder last hebben van stress. Een studie gepubliceerd in Frontiers in Psychology (2019) geeft aan dat speelse tijd in de dagroutine een buffer kan vormen tegen werkstress. De onderzoekers concludeerden dat deze activiteiten ons niet per se beter maken in taken of vaardigheden, maar juist bijdragen aan een algemener gevoel van welzijn en balans.
Toch is er een constante druk om alles dat we doen te rechtvaardigen op basis van prestaties of uitkomsten. Spelen lijkt niet te ontsnappen aan deze trend: er zijn inmiddels talloze apps en games die beloven onze cognitieve vaardigheden te trainen en onze productiviteit te verhogen. Hoewel sommige onderzoeken inderdaad wijzen op bescheiden verbeteringen in specifieke cognitieve functies door middel van “brain training” games, is de algehele conclusie gemengd en vaak teleurstellend. Een meta-analyse uit 2017, gepubliceerd in Psychological Science in the Public Interest, stelde dat veel beweringen over cognitieve voordelen van brain games overdreven zijn en dat het bewijs voor significante verbeteringen zwak is.
De paradox is dus dat we onszelf steeds vaker richten op spelen om beter te presteren, terwijl we vergeten wat spelen eigenlijk echt kan doen voor ons leven: het doorbreken van het alledaagse, het ontdekken van vreugde in het moment, en het aanbieden van een context waar ons 'presteren' er simpelweg niet toe doet.
Daarnaast speelt het sociale aspect van spelen een belangrijke rol. Of het nu gaat om een intensieve pot schaak met een vriend of een teamspel in een online game, spelen biedt de kans om emotionele en sociale banden te versterken. Een onderzoek uit 2018, gepubliceerd in Games and Culture, laat zien dat vriendschappen en relaties vaak versterkt worden door gedeelde speelmomenten. De spelers in het onderzoek gaven aan dat ze zich verbonden voelden en dat het delen van de ervaring van spelen voor hen een fundamentele manier was om relaties op te bouwen en te versterken.
Deze sociale connecties hebben ook grote psychologische voordelen. Volgens psychologe Robin Dunbar, bekend om zijn onderzoek naar sociale netwerken, helpt spelen ons om verbondenheid te voelen, wat uiteindelijk een van de belangrijkste voorspellers is van een lang en gezond leven. Speelse interacties helpen ons om emoties te delen, het gevoel van gemeenschap te versterken en vertrouwen op te bouwen, wat veel moeilijker is te bereiken door traditionele “prestaties” zoals werk of studie.
Dus, hoe zouden we moeten spelen? De sleutel lijkt te liggen in het omarmen van spel als doel op zich, zonder het te beschouwen als een middel om vaardigheden of intellect te ontwikkelen. Voor velen is het moeilijk om zonder schuldgevoel tijd aan spelen te besteden als het niet direct leidt tot meetbare voordelen, maar misschien is het juist dat vrije, ongedwongen karakter dat spelen zo waardevol maakt.
Misschien moeten we onze verwachtingen van spelen bijstellen en erkennen dat het niet altijd iets 'moet' opleveren. Spelen biedt ons een manier om te ontsnappen, om plezier te hebben, en om verbinding te vinden met anderen en met onszelf. En misschien is dát wel precies de manier waarop spellen ons leven kunnen veranderen: niet door ons slimmer of productiever te maken, maar door ons te helpen de waarde van het moment zelf te zien.