In de haastige en onvoorspelbare wereld waarin we vandaag leven, worden we geplaagd door twijfels, angsten en constante zorgen over wat de toekomst brengt. Deze ongemakken lijken onlosmakelijk verbonden met het menselijk bestaan, maar is er een manier om ermee om te gaan zonder onze geestelijke gezondheid op te offeren? De Stoïcijnen, een filosofische school die in het oude Griekenland en Rome bloeide, kunnen ons hierbij helpen.
In de hedendaagse samenleving proberen we vaak elkaar gerust te stellen door te beweren dat ‘het allemaal wel goed komt’. Het is een sympathieke, maar volgens de Stoïcijnen, verkeerde benadering. De Stoïcijnse filosofen, zoals Seneca en Marcus Aurelius, stelden dat echte zorgen ontstaan in het vacuüm tussen wat we vrezen dat kan gebeuren en wat we hopen dat zal gebeuren. Onze geest balanceert dan tussen deze twee uitersten, en die onzekerheid creëert angst.
Waar de hedendaagse samenleving vaak benadrukt dat men moet hopen op het beste, richtte de Stoïcijnse filosofie zich op het voorbereiden op het ergste. Door onze angsten onder ogen te zien en ons voor te stellen hoe het zou zijn als ze uitkomen, kunnen we onszelf trainen om te realiseren dat we het waarschijnlijk wel aankunnen.
Seneca’s beroemde advies aan een vriend die bang was voor gevangenschap was duidelijk: ‘Iemand die het bestaan goed heeft begrepen, kan altijd verdragen om in de gevangenis te zitten.’ Het onder ogen zien van deze angsten is niets minder dan een mentale oefening in veerkracht.
De Stoïcijnen hadden een praktische aanpak en stelden specifieke oefeningen voor om ons te helpen bij onze angsten. Een daarvan is de praemeditatio malorum, een meditatie waarbij je je voorbereidt op de ergste mogelijkheden die je dag kunnen brengen.
Het klinkt misschien grimmig, maar deze praktijk kan een krachtig hulpmiddel zijn om ons te bevrijden van de angst voor het onbekende. Het stelt ons in staat om de catastrofes die we vrezen, te transformeren in uitdagingen die we kunnen aangaan.
Een van de meer radicale voorstellen van de Stoïcijnen was om daadwerkelijk een week per jaar te leven alsof onze grootste angsten waren uitgekomen. Alleen oud brood eten, op de keukenvloer slapen; een simulatie om ons te ontdoen van onze angsten voor verlies en falen.
De Stoïcijnse filosofie biedt een contraintuïtieve, maar misschien wel waardevolle benadering van het leven in een wereld vol onzekerheid. Door onze angsten niet te negeren maar te omarmen, kunnen we een innerlijke vrede vinden die de alledaagse geruststellende woorden ontbeert.
Marcus Aurelius had het misschien wel bij het rechte eind toen hij opmerkte dat er maar heel weinig voor nodig is om een gelukkig leven te leiden. In plaats van ons vast te klampen aan hoop en te vluchten voor angst, biedt de Stoïcijnse filosofie een pad naar begrip en acceptatie. Een pad dat misschien wel meer relevant is dan ooit in onze complexe en snel veranderende wereld.