Met een smartphone altijd binnen handbereik, maken we dagelijks talloze foto’s. Maar hoe zorg je ervoor dat die snel geschoten kiekjes er echt uitspringen? Dure camera’s zijn niet meer nodig: met de juiste technieken kun je ook met je telefoon prachtige foto’s maken. Hier zijn 10 tips voor zowel portret- als landschapsfotografie.
Een goede portretfoto begint bij een heldere compositie. Het helpt om je onderwerp centraal in het beeld te plaatsen, zodat er minder afleiding is. Let daarbij op storende elementen zoals palen, takken of snoeren die de aandacht van je onderwerp kunnen afleiden.
Licht is een van de belangrijkste factoren in fotografie. Het mooiste, zachte licht vind je in de ochtend of namiddag, wanneer het licht diffuus is. Vermijd harde schaduwen die in fel zonlicht ontstaan. Fotografeer je toch in de volle zon, zoek dan schaduwplekken of gebruik een object zoals een boom om het licht te breken.
Ook binnenshuis kun je met licht spelen. Door je model naast een raam te plaatsen, creëer je mooie, zachte schaduwen. Tegenlicht kan een extra sfeervol effect geven, bijvoorbeeld wanneer het door het haar van je model valt.
De automatische belichting van je smartphonecamera maakt een foto vaak vlak. Door de belichting handmatig aan te passen, kun je het onderwerp beter laten uitkomen. Bij veel smartphones kun je door op het scherm te tikken scherpstellen en de belichting omhoog of omlaag schuiven. In de instellingen van sommige telefoons kun je een 'pro-modus' inschakelen voor nog meer controle over de belichting.
Een ontspannen model levert de beste portretfoto’s op. Zorg ervoor dat je model zich op zijn gemak voelt door te praten en contact te maken. Leg uit wat je doet en creëer een ontspannen sfeer. Dit haalt de spanning weg en zorgt voor een natuurlijker resultaat.
Bij portretfotografie geldt dat iets meer afstand vaak beter is. Een smartphonecamera heeft namelijk een groothoeklens, waardoor gezichten van dichtbij vervormd kunnen worden. Door wat afstand te nemen en licht in te zoomen, behoud je de natuurlijke verhoudingen van het gezicht.
Niet alleen het ‘officiële’ moment is geschikt voor een goede foto. Vaak krijg je de beste, spontane beelden vlak voor of na een gepland fotomoment. Fotografeer bijvoorbeeld voordat iedereen klaarstaat, of blijf nog even doorschieten nadat je hebt gezegd dat de foto genomen is.
Ook bij landschapsfotografie zijn er enkele eenvoudige tips die je foto’s interessanter maken:
Het beste licht voor landschapsfoto’s vind je vroeg in de ochtend of laat in de middag, wanneer de zon laag staat en het licht zachter is. Midden op de dag, als de zon hoog staat, zijn de contrasten vaak te groot en ontstaat er hard licht. Fotografeer dus bij voorkeur rond zonsopgang of vlak voor zonsondergang.
Een simpel landschap kan soms wat vlak overkomen. Wacht daarom op een bijzonder moment om je foto extra interessant te maken. Een persoon die door het landschap loopt, een dier in de verte of een gebeurtenis zoals de zon die net opkomt, kunnen je foto net dat beetje extra geven.
Voor een realistisch en evenwichtig beeld kun je de horizon het beste in het midden van de foto plaatsen. Dit geeft een natuurlijk perspectief, vergelijkbaar met hoe je het landschap met het blote oog zou zien. Een te hoge of te lage horizon kan het beeld uit balans brengen.
Een foto met diepte maakt een landschap spannender. Dit kun je doen door elementen op de voorgrond te plaatsen, zoals gras of struiken. Een lage camerahoek kan hierbij helpen. Door diepte in je foto te creëren, geef je je landschap meer gelaagdheid en een dynamischer beeld.
Met deze tips kun je met je smartphone zowel prachtige portretten als indrukwekkende landschapsfoto’s maken. Het belangrijkste: experimenteer en durf te spelen met licht, compositie en momenten. Zo haal je het maximale uit je camera en maak je foto’s die echt blijven hangen.