Het is weer die ene dag in het jaar: Prinsjesdag. Op de derde dinsdag van september verzamelt het land zich om de koning de troonrede te horen voorlezen, waarin de plannen van de regering voor het komende jaar worden uiteengezet. Ook wordt op deze dag de begroting voor het komende jaar officieel ingediend. Maar waar komt de naam Prinsjesdag eigenlijk vandaan? En waarom noemen we het nog steeds zo, terwijl er geen prins aan te pas komt?
Bron: ANP
Om de oorsprong van de term Prinsjesdag te begrijpen, moeten we teruggaan in de tijd. In de 18e eeuw was Prinsjesdag geen dag waarop regeringsplannen en begrotingen centraal stonden. Integendeel, het was oorspronkelijk de feestelijke viering van de verjaardag van de prins-stadhouder Willem V, die op 8 maart jarig was. Deze dag diende als een demonstratie van Oranje- en prinsgezindheid, vooral tijdens de patriottentijd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de verjaardag van Willem V de naam Prinsjesdag kreeg. In de 19e eeuw begon Prinsjesdag steeds vaker te verwijzen naar de dag waarop de Staten-Generaal hun zitting plechtig openden.
Het duurde echter nog tot september 1930 voordat het voorlezen van de troonrede op de derde dinsdag van september officieel als Prinsjesdag werd aangeduid. De reden achter deze naamswijziging is niet geheel duidelijk, maar het lijkt aannemelijk dat de historische Oranje- en prinsgezindheid een rol hebben gespeeld bij deze keuze. Zo is Prinsjesdag tegenwoordig een gevestigde term die losstaat van de daadwerkelijke aanwezigheid van een prins.
Volgens de Nederlandse Grondwet vindt op de derde dinsdag van september "door of namens de Koning in een Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal" een uiteenzetting plaats van "het door de regering te voeren beleid" (artikel 65). Prinsjesdag zoals we die nu kennen heeft in de loop der tijd echter enkele veranderingen ondergaan. Aanvankelijk viel Prinsjesdag samen met de eerste maandag van november, maar vanwege de beperkte tijd die het parlement had om de begroting af te handelen, werd deze dag verplaatst naar de derde maandag van september. Dit stuitte echter op weerstand bij Kamerleden, omdat ze op zondag moesten reizen om op tijd in Den Haag te zijn. Daarom werd in 1887 besloten Prinsjesdag te verplaatsen naar de derde dinsdag van september, waarop het tot op de dag van vandaag valt.
Tijdens Prinsjesdag staat de beveiliging van de koninklijke familie hoog in het vaandel. Verschillende beveiligingsmaatregelen worden genomen om hun veiligheid te waarborgen. Een opvallende beveiligingsmethode is het gebruik van zwarte koffers door de beveiligers. Deze koffers zijn echter verre van standaard. Binnenin bevindt zich een groot, kogelwerend scherm dat in een oogwenk kan worden uitgeklapt om personen te beschermen tegen projectielen die worden gegooid, en zelfs tegen vuurwapens. Sommige van deze koffers zijn uitgerust met een vuurwapen dat met een simpele handeling kan worden ingezet indien nodig.
Kortom, Prinsjesdag is een historische traditie die zijn naam te danken heeft aan de prinsgezindheid en de verjaardag van de prins-stadhouder in de 18e eeuw, maar in de moderne tijd is geëvolueerd tot de dag waarop de Nederlandse regering haar plannen voor het komende jaar presenteert, ongeacht de aanwezigheid van een prins, en mét betere beveiliging. En er is trouwens nog een bijzonderheid: prinses Alexia is er voor de eerste keer bij dit jaar.