Voor onze maandelijkse rubriek ”Langs de galerie” bezoeken we deze keer een van de oudste galeries van Nederland, met een specialisatie in Nul/Zero, minimalistische en conceptuele kunst. We spraken met Paul van Rosmalen, die de galerie in 1986 overnam van zijn vader. Hij vertelt over de verhuizing van de galerie van Den Bosch naar Amsterdam, het verbinden van hedendaagse kunst met de kunstgeschiedenis, zijn voorliefde voor de kunstenaar Jan Schoonhoven, en zijn rol als expert in het programma Tussen Kunst en Kitsch.
"Eigenlijk ken ik niet anders. Mijn vader en grootvader waren al actief in deze wereld. Dit jaar is het toevallig precies 100 jaar geleden dat mijn grootvader, in 1924, het bedrijf van de familie Borzo – een Italiaanse familie, vandaar de naam – heeft overgenomen. Ik ben de derde generatie in dit vak en ben letterlijk in de galerie opgegroeid, toen mijn vader het runde. Hij handelde voornamelijk in kunstenaars van de Haagse School uit het einde van de 19e eeuw, zoals Mesdag, Maris en Mauve.
Toch begon mijn carrière niet direct in het familiebedrijf. Na de middelbare school verhuisde ik naar Amsterdam om kunstgeschiedenis te studeren. Na twee jaar vond ik de studie echter te saai; ik dacht: ‘Is this all there is?’ Vervolgens ben ik als bijbaan gaan werken bij veilinghuis Mak van Waay, dat later werd overgenomen door Sotheby’s. Uiteindelijk bleef ik daar tien jaar.
Na die periode keerde ik terug naar huis en ging ik aan de slag in de galerie van mijn vader in Den Bosch. Mijn interesse lag echter niet zozeer bij de kunst uit de 19e eeuw, dus vertelde ik mijn vader: ‘Ik heb nu wel genoeg schilderijen met koetjes in de wei en molentjes aan de plas gezien.’ Toen ik in 1986 de zaak overnam, heb ik daarom de focus verlegd naar moderne en hedendaagse kunst. Ook wij bieden een mix: we verkopen kunst van levende kunstenaars – waarbij ik het prettig vind om direct contact met hen te hebben – maar verhandelen ook werken van kunstenaars uit het verleden met een bijzondere interesse voor kunst uit de jaren ’20, zoals de kunstenaars van De Stijl, waaronder Piet Mondriaan en Bart van der Leck. In de praktijk heb ik me vooral gespecialiseerd in naoorlogse kunst."
“Nee, hij zei: ‘Als ik jong was, zou ik precies hetzelfde doen!’ Hij had er alle begrip voor. Maar eerlijk gezegd had ik het ook gedaan als hij het er niet mee eens was geweest, haha.”
“Door veel te kijken en regelmatig andere, vaak oudere galeriehouders te bezoeken en met hen te praten. Een goed voorbeeld is de kunstcriticus en galeriehouder Lambert Tegenbosch, die een scherp oog voor kunst had. Ik heb altijd veel geleerd van oudere experts, maar ook van verzamelaars die regelmatig onze galerie in Den Bosch bezochten. Op zaterdagen was het vaak een komen en gaan van mensen. Zij waren niet alleen geïnteresseerd in 19e-eeuwse kunst, maar ook in moderne kunst. Zo kon ik met veel verzamelaars praten over hedendaagse kunst.”
“Dat is nu zo’n twintig jaar geleden en het begon eigenlijk dankzij een andere galeriehouder, Cora de Vries van Galerie Collection d’Art, met wie we veel samenwerkten. Zij vroeg of ik haar galerie wilde overnemen. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan, maar we hebben wel haar pand aan de Keizersgracht gekocht. Mijn vrouw Jory en ik waren toen al in de vijftig, dus het was een behoorlijk ingrijpende stap. We zeiden tegen elkaar: ‘Laten we nog eens iets spannends doen: Met de galerie naar Amsterdam en zien of we daar verder kunnen groeien.’ We hadden geen uitgebreid businessplan, maar vonden het vooral een opwindende uitdaging! Achteraf gezien was het een geweldige beslissing. Onze kennis, invloed en klantenkring zijn enorm gegroeid. Door onze vestiging in Amsterdam is het internationaal gezien ook veel makkelijker geworden. We wonen inmiddels weer met veel plezier in Den Bosch!”
“Alles begint met passie voor kunst en een goed begrip van, en contact met, de kunstenaar. Wat ik, nu ik ouder ben, steeds belangrijker ben gaan vinden, is het vermogen om naar kunst te kijken in de context van de kunstgeschiedenis. Je moet voorkomen dat je een kunstenaar enkel selecteert omdat zijn of haar werk esthetisch aantrekkelijk is. Natuurlijk is dat belangrijk, maar wat echt telt, is dat de kunstenaar authentiek, origineel en integer is.
Ik zou geen galerie willen hebben met alleen maar overleden kunstenaars, noch zouden we kunnen bestaan of het leuk vinden om alleen maar kunst van nu te hebben. Hedendaagse kunst staat altijd op de schouders van kunst van voorgangers en het is daarom waardevol om werk te hebben van kunstenaars uit de jaren '50 en '60, die hun stempel op de kunstgeschiedenis hebben gedrukt.”
“Ik houd me nu al meer dan 25 jaar bezig met het werk van Jan Schoonhoven. Voor mij steekt hij met kop en schouders uit boven zijn tijdgenoten én in de kunstgeschiedenis. Hij is een van de belangrijkste Nederlandse naoorlogse kunstenaars en past in de lange traditie van Nederlandse kunst. Ik zie bijvoorbeeld een duidelijke lijn van Vermeer, naar Mondriaan, naar Schoonhoven. Hoewel ze uiteraard onderling geheel verschillen, is er wel een connectie. Persoonlijk houd ik ook van meer ingetogen kunst. Ik kan zeker ook genieten van een wilde expressionist als Karel Appel, maar mijn voorkeur gaat toch eerder uit naar minimalisme met sterke vormen en lijnen. Je hebt toch altijd een specifieke smaak! Je wilt het ook niet laten gebeuren dat we iets in de galerie verkopen, waar ik zelf niet achter sta.”
"Een van de meest opmerkelijke werken die we ooit hebben verkocht, was een Van Gogh uit Nuenen, genaamd De tuin van de pastorie te Nuenen (1885). Dit gebeurde ongeveer dertig jaar geleden. Het schilderij was al lange tijd in bezit van een Amerikaanse verzamelaar, die bij ons terecht kwam omdat hij wist dat Van Gogh uit Brabant kwam en wij als kunsthandel in de hoofdstad van Brabant gevestigd waren.
We hebben toen zowel de verzamelaar in Los Angeles bezocht als hem hier ontvangen. Het schilderij was goed gedocumenteerd in de literatuur, en via het Van Gogh Museum hebben we de authenticiteit laten verifiëren. Nu hangt het werk in het Noord-Brabants Museum! Het is nog steeds grappig om te bedenken dat dit destijds waarschijnlijk via een fax bij ons terechtkwam, met iemand die simpelweg zei: 'Ik heb een Van Gogh.'"
"Oei, ja, het klinkt misschien als een platgetreden pad, maar ik zou zeggen: kijk vooral veel. Kijken met je ogen en niet met je oren, als je begrijpt wat ik bedoel! Natuurlijk is het nuttig om te luisteren naar mensen die er verstand van hebben of die je vertrouwt, maar het is minstens zo belangrijk om je eigen smaak te ontwikkelen en daarop te vertrouwen. Begin met kijken en neem de tijd voordat je iets koopt. Bezoek bijvoorbeeld één of twee jaar lang beurzen of galerieën, en neem pas daarna een beslissing.
“Snap ik, maar als je er eenmaal bent, zul je merken dat het vaak veel minder chique is dan je misschien verwacht. En als het goed is, doet een galeriehouder niets liever dan over kunst praten!
Bij Kunst & Kitsch, waar ik als expert optreed, is de ultieme vraag altijd: ‘Is het wat waard?’ Die connectie tussen kunst en geld speelt natuurlijk altijd een rol."
"Een van mijn collega’s die al langer meedeed, Willem de Winter [lees hier een eerder interview met hem], vroeg me simpelweg of ik interesse had. Hij zei: ‘Paul, jij bent behoorlijk allround, met je opleiding in de 19e eeuw en je werk in de 20e eeuw.’ Op het gebied van schilderijen hebben ze de meeste experts nodig, omdat dat het vaakst voorkomt. Van de 800 bezoekers die op zo’n opnamedag langskomen, brengt ongeveer een derde tot de helft schilderijen of tekeningen mee."
"Het is eigenlijk niet zo ingewikkeld. De grootste uitdaging is het herkennen van kwaliteit. Natuurlijk is dat lastiger als je 25 bent, maar ik heb inmiddels voldoende ervaring om kwaliteit, de kunstenaar en de signatuur goed te herkennen. Die eerste selectie is cruciaal. Het komt ook voor dat er een vuilniszak wordt opengetrokken met een werk waarvan ik meteen denk: ‘Stop maar terug!’ Maar zelfs als het helemaal niets voorstelt wat er uit die Albert-Heijntas komt, vind ik het nog steeds leuk om uit te leggen waarom het financieel weinig waard is. Waarom is die kunstenaar nooit beroemd geworden? En waarom is dit werk, ondanks dat het mooi kan zijn, niet kostbaar? Dan kun je altijd aan de hand van de kunstgeschiedenis uitleggen hoe dat werkt. Dat leer je door de jaren heen en met ervaring. We hebben in de loop der tijd immers heel wat schilderijen gezien!”
Het meeste plezier heb ik gehad met een kunstenaar als Jan Schoonhoven, waarvan we in 2013 een solopresentatie toonden op Art Basel. Dat was voor heel veel bezoekers en verzamelaars een soort eye opener, want in Nederland en misschien Duitsland kennen ze zijn werk, maar Amerikanen, Fransen of Italianen hadden geen idee! Daar was toen geweldige belangstelling voor en de New York Times schreef zelfs een artikel in de trant van ‘Who is Jan Schoonhoven?’
Wat dat betreft heb ik een bijzondere band met Jan Schoonhoven en Nul/Zero kunstenaars in het algemeen. Ook iemand als Carel Visser of Constant. Ik houd van het maken van solotentoonstellingen met een duidelijk kunsthistorisch karakter. In 2015 in Basel, toonden we bijvoorbeeld enkel alleen het New Babylon werk van Constant, wat heel anders is dan zijn ‘bekende’ CoBrA werk. Toen hebben we dat zelfs aan het MoMA in New York kunnen verkopen!”
“Dan ben ik 84 jaar, en hopelijk nog volop in de running! Waar de galerie dan precies staat, durf ik niet met zekerheid te zeggen.
Ik denk dat de rol van de fysieke galerie steeds minder belangrijk zal worden en dat het internet een grotere rol gaat spelen. Toch geloof ik eerlijk gezegd dat je een schilderij, beeld of tekening pas echt goed kunt beoordelen als je er direct voor staat. Maar misschien ben ik te ouderwets!
Ik herinner me bijvoorbeeld een bezoek aan de Neue Nationalgalerie met de Nederlandse kunstenaar Hans van Hoek. We stonden voor een groot werk van Barnett Newman, en hij was compleet gebiologeerd door dat schilderij. Ik keek met verwondering en bewondering toe hoe iemand zo gefascineerd kan raken door de directe confrontatie met een kunstwerk. Dat soort ervaring kan alleen als je het werk in het echt ziet. Het is vergelijkbaar met een concert; de sensatie in een concertzaal is totaal anders dan wanneer je het op tv kijkt.
Zelf heb ik dat soort intense beleving ook met kunst. Een van mijn absolute favorieten is een klein stilleven van Giorgio Morandi. Wat er ook gebeuren mag, dat is wel het laatste werk dat ik weg zou doen! Voor sommigen is het misschien niet meer dan dunne potloodlijntjes, maar voor mij is het geladen met emotie.
Om nog kort terug te komen op de vraag: ik werk al heel lang samen met mijn vrouw. We zijn al bijna vijftig jaar getrouwd en werken al veertig jaar samen. De laatste jaren werken we in de galerie samen met Bas de Bruijn. Het is dus een heel klein team en daarom kan ik ook nog niet met pensioen haha! Ik hoop dat nog even voor me uit te schuiven.”
"Op dit moment loopt in de galerie een solotentoonstelling van Ronald Zuurmond, een kunstenaar die vroeger deel uitmaakte van de Tilburgse School. Daarnaast zijn we volop bezig met de voorbereidingen voor PAN Amsterdam. Voor deze kunstbeurs kiezen we bij voorkeur voor een solopresentatie of een kunsthistorisch project. Dit jaar presenteren we het werk van Ben Akkerman, een kunstenaar die niet alom bekend is, maar wiens minimalistische stijl doet denken aan het werk van Jan Schoonhoven. Akkerman heeft relatief weinig werk geproduceerd en de afgelopen vijf jaar hebben we zijn werk verzameld voor deze tentoonstelling. We hebben nu zo'n twaalf schilderijen, wat neerkomt op ongeveer 7 à 8 procent van zijn totale oeuvre! Daarnaast hebben we ook een prachtige serie tekeningen verzameld, die klein van formaat zijn, maar een bijzondere verfijning vertonen—een lust voor het oog."
Geïnteresseerd in BorzoGallery of de presentatie van Ben Akkerman op de PAN? Bezoek de galerie of kom langs bij de PAN, stand 36, van 24 november tot en met 1 december 2024. Wil je meer kunstenaars van BorzoGallery ontdekken? Bezoek dan de website: www.borzo.com of de galerie aan de Keizersgracht 321.
Voor meer Proudies artikelen in de rubriek “Langs de galerie”? Klik hier!