Harald Schole is beeldend kunstenaar, schrijver, curator en adviseur op het gebied van kunst in relatie tot architectuur en openbare ruimte. Hij speelt een actieve rol in diverse (inter)nationale kunst- en cultuurprojecten. Daarnaast is Schole hoofdredacteur van kM, oftewel tijdschrift over kunst & materiaal, een kwartaalblad dat je via voorbeelden, interviews en specialistische artikelen inzicht biedt in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van kunst en materiaal.
We spreken Harald in zijn huis in Amsterdam, waar hij ons vertelt over zijn pad naar het kunstenaarschap, de vele rollen die hij naast zijn kunstenaarspraktijk heeft aangenomen, en hoe hij is uitgegroeid tot hoofdredacteur van kM. Daarnaast deelt hij zijn visie op het blad en zijn ambities voor de toekomst.
“Het kunstenaarschap heb ik nooit echt ontdekt, maar van jongs af aan heb ik veel getekend. Ik had altijd boekjes en cahiers, waarin ik tekeningen zelfs uitgumde zodat ik opnieuw kon beginnen, totdat het papier versleten was, haha. Ik tekende fantasielandschappen en schreef er verhalen bij, een soort kinderstrips. Kunst was dat niet, nee, meer een uiting van creativiteit.
Aan het eind van de middelbare school maakte ik een duidelijke keuze richting de kunst. Er zijn veel architecten in de familie, dus architectuur studeren lag voor de hand. Maar toen ik me daarin verdiepte, kwam ik erachter dat de boeiendste ontwerpen nooit gerealiseerd werden. Toen dacht ik: ik wil geen dingen doen waarbij ik telkens compromissen moet sluiten en een opdrachtgever heb. In de kunst ben je je eigen opdrachtgever.”
“Tot verontrusting van mijn ouders werd ik aangenomen op de Rietveld Academie in Amsterdam. Na een oriëntatiejaar koos ik voor plastische vormgeving. Niemand gebruikte die term eigenlijk; men noemde het gewoon beeldhouwen. Tijdens de studie heb ik alle mogelijke materialen onderzocht. Het was een kleine en hechte afdeling, in totaal zaten nog geen 25 mensen in deze vierjarige vakklas. Iedere maandagochtend dronk je samen koffie en praatte je een uurtje over je werk, wat erg prettig was. Ook als ik die mensen nu ontmoet, lijkt het alsof ik ze gisteren voor het laatst heb gezien.
Na de Rietveld vond ik snel een atelier in de Jordaan. Toen maakte ik iedere maand een nieuw werk. In het voorste gedeelte van het pand kon ik het werk presenteren, als een soort galerie, terwijl ik daarachter werkte. Na enkele jaren ben ik verhuisd naar de Laboratoriumstraat, waar ik 15 jaar heb gezeten, en nu zit ik in Zaanstad met mijn atelier.”
“Als kunstenaar wil je iets achterlaten aan de maatschappij, aan de kunst en cultuur. Dan moet je niet gaan wachten tot de overheid wat doet; je moet zelf iets ondernemen! Dat heb ik altijd gedaan. Ik nam me voor om gemiddeld één dag in de week ook aan andere zaken te werken. Dus niet direct beeldende kunst maken, maar bijvoorbeeld opdrachten aanvragen, fondsen voor groepstentoonstellingen aanschrijven – kortom, kansen benutten. Dat heb ik wel geleerd op de Rietveld: je moet alle kansen grijpen. Voor een opdracht schrijven altijd honderden mensen in, en maar één iemand krijgt het. Je moet het altijd blijven proberen. Een baan van negen tot vijf is het nooit geworden.”
“Kunstenaarschap staat altijd op één. Het kost me geen moeite om de verschillende disciplines te combineren. Het zijn kruisbestuivingen waarvoor ik zelf verantwoordelijk ben; ze hebben altijd met elkaar te maken. Schrijven kost me weinig moeite, omdat het in het verlengde ligt van mijn interesses: geschiedenis, de ontwikkeling van de stad, en ruimtelijkheid. Mijn ouders zochten heel lang naar mooiere woningen in Amsterdam. Ongeveer elke twee weken bezichtigden we een andere locatie en mogelijke woning. Ik ging vanaf mijn vierde of vijfde jaar al mee, waardoor ik me meer bewust werd van de grootte van de stad.”
“Voor kM heeft het ook een voordeel dat ik zelf kunstenaar ben. Ik schrijf over kunstenaars die volgens mij een interessant project hebben en waar anderen wat van kunnen leren.”
“kM is opgericht door wetenschappers, kunstenaars en restaurateurs om informatie te geven over verftechnieken en restauraties. kM heeft lange tijd gefocust als vaktijdschrift met als doelgroep de kunstenaars, maar eigenlijk zijn de artikelen zowel geschreven vanuit een inhoudelijk kunsthistorisch perspectief als vanuit een materiaal technisch oogpunt en zijn dus interessant voor een breder publiek. Het is geen beperkt vakblad, je leest over hoe hedendaagse kunstenaars omgaan met materialen en technieken. Maar ook hoe restauratoren met de modernste technieken door de lagen verf heen kijken en het maakproces van ‘oude meesters’ weten te achterhalen. Daarnaast biedt het zeer betrouwbare informatie, daarom wordt kM ook veel gebruikt op academies en creativiteitscentra. Alle moeilijke vaktermen worden verduidelijkt of meteen uitgelegd, zodat het toegankelijk is. Het is een blad voor zowel schilders, beeldhouwers als videokunstenaars; en voor iedereen die meer wil weten over wat kunstenaars beweegt en hoe ze te werk gaan.
Bij het 25e nummer werd ik ingeschakeld voor de ruimtelijke kunsten en om te adviseren over hoe je als kunstenaar contact kunt hebben met bedrijven. Vanuit mijn eigen ervaring als kunstenaar en de vele jaren van het schrijven van motivaties, kon ik goed adviseren en mijn ervaring delen via artikelen. Veel kunstenaars weten niet dat je specifieke bedrijven moet vinden om je kunstwerk uit te voeren, en dat je voor een opdracht geen bedrijf moet inschakelen dat het als één groot experiment benadert. Ik heb zelf ook ervaring met dit proces, zoals bij het kunstwerk Verloren Stad dat ik maakte voor het Westerpark in Amsterdam. Het idee was goedgekeurd door de gemeente, maar je moet het zelf zien te realiseren. Eerst vroeg ik een bevriende, grote aannemer, die zei: 'Ik vind het een leuk project en we kunnen het doen.' Maar zijn offerte was veel te hoog! Uiteindelijk schakelde ik een andere, veel kleinere aannemer in – een man die loodsen en decors bouwde – die het als een klein bedrijf kon doen voor een fractie van de prijs.”
“2,5 jaar geleden! kM is ruim 30 jaar geleden opgericht en begon als stichting die op subsidies liep. Na verloop van tijd werd het tijdschrift overgenomen door steeds een andere drukkerij. Er werd steeds meer bezuinigd op marketing en distributie, en op een gegeven moment vertrok de eind- en hoofdredacteur. Toen wilde de eigenaar het tijdschrift opheffen. Maar dat vond ik zonde! Er zijn veel trouwe abonnees en het is leuk om te maken.
Samen met mijn vrouw Edith [Rijnja, eindredacteur, red.] hebben we tegen de eigenaar gezegd dat we het laatste nummer wilden afmaken. Uiteindelijk hebben we een nieuwe uitgever kunnen vinden: Virtùmedia. Zo hebben we kM weten te redden. Deze uitgever past goed bij ons, omdat zij gespecialiseerd zijn in kleine bladen met een specifiek interessegebied. Grappig genoeg lopen die beter dan grote bladen, omdat kleinere bladen vaak veel trouwere leden hebben.”
“Ik heb meteen de kans aangegrepen om enkele veranderingen door te voeren, kortweg: grotere afbeeldingen en minder tekst. Daarnaast zijn we afgestapt van het stigma van een vakblad, wat meer ruimte biedt. Het is nu kunst en materiaal, niet alleen voor makers, maar ook voor kunstliefhebbers. We hebben ook nieuwe en jongere auteurs gezocht en proberen de actualiteit zoveel mogelijk te betrekken. We linken bijvoorbeeld iets aan een lopende tentoonstelling, zoals een samenwerking met Museum Rijswijk, waar we de exposerende kunstenaars interviewden. Momenteel besteden we aandacht aan CODA Museum in Apeldoorn. Tot slot willen we ook meer inclusieve thema’s en internationale kunstenaars uitlichten.”
“Eigenlijk wel! We proberen tussen de 3000 en 4000 abonnees te halen. We groeien momenteel en doen veel aan promotie. Ook de website wordt nu verbeterd. Uiteindelijk willen we al onze artikelen digitaliseren en zorgen dat men in de artikelen kan zoeken. Dit is natuurlijk een lang en kostbaar proces, dus dat zal nog even duren!”
“Voor het themanummer 'Illusie' hadden Edith en ik een interview met Hans Op de Beeck. Hij is een bekend internationaal kunstenaar en woont in Brussel. De sneltrein had meer dan twee uur vertraging en in Brussel stond het verkeer vast. We hadden nog maar een halfuur om de kunstenaar te interviewen. We legden dit uit aan de taxichauffeur, en hij reed vervolgens tegen de richting in om ons te helpen! Uiteindelijk kwamen wij heel gestrest en veel te laat aan, maar Op de Beeck was heel relaxed. Hij serveerde thee en koekjes, en we hebben hem uiteindelijk heel lang met hem kunnen spreken. Het is bijzonder als zo’n bekend internationaal kunstenaar de tijd voor je neemt. Hij heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel: hij heeft veel mensen in dienst, die het werk perfect uitvoeren.”
“Kunst houd je jong! Kunst houd je geïnteresseerd in mensen. Daarom hebben we in kM ook de rubriek 'Jong', waarvoor Edith verantwoordelijk is. In deze rubriek lichten we altijd een wat jongere kunstenaar uit die past binnen de thematiek van het nummer. Voor het aankomende nummer interviewt Edith de keramiek kunstenaar Koos Buster, die in CODA werk toont in de tentoonstelling Breekbaar. Zo word je altijd geïnspireerd door jonge kunstenaars!
Ik zie vaak dat mensen juist op latere leeftijd veel creatiever worden en bijvoorbeeld gaan schilderen. Oudere vrienden van mij zijn pas na hun pensioen abonnee geworden van kM, omdat er veel tips en ideeën in staan. Dus dat is natuurlijk ook interessant voor de creatieve trots! Als je zelf wilt creëren, maar nog meer wilt leren of inspiratie op wilt doen, is kM een ideaal blad.”
Meer te weten komen over het werk van Harald? Bekijk zijn website: www.haraldschole.nl
Meer informatie over of abonneren op kM? Bekijk de website!
Al een voorproefje van kM, klik hier voor het inkijkexemplaar over kleur.