Keith Haring, geboren op 4 mei 1958 en overleden op 16 februari 1990, was een buitengewoon invloedrijke Amerikaanse kunstenaar die de wereld over ging met zijn unieke en herkenbare stijl. Zijn kunst, doordrenkt met energie, kleur en sociale betrokkenheid, heeft een blijvende impact gehad op de kunstwereld en ver daarbuiten. Haring begon zijn artistieke reis als een straatkunstenaar in het bruisende New York City van de jaren 80, waar hij zijn kenmerkende beeldtaal ontwikkelde die iconische symbolen en figuren gebruikte, zoals dansende mensen, blaffende honden en baby's. Wat zijn werk echt onderscheidde, was niet alleen zijn visuele aantrekkingskracht, maar ook de sociale en politieke boodschappen die hij erin verwerkte. Haring gebruikte zijn kunst als een instrument om belangrijke kwesties aan de kaak te stellen, zoals AIDS-bewustzijn, racisme en sociale rechtvaardigheid.
In 1986 bevond de 27-jarige Keith Haring zich in Amsterdam, na het succes van zijn debuut in 1982 in Rotterdam. Dit keer had hij een kans in het beroemde Stedelijk museum, hét museum van moderne kunst van de stad. Het was een belangrijk moment voor zowel Haring als het Stedelijk, aangezien ze wilden inspelen op de opkomende hiphop- en graffiti-subculturen waarmee Haring bekend was geworden.
De nieuwe directeur van het Stedelijk, Wim Beeren, zag een kans om de kloof te overbruggen tussen het museum en de bloeiende alternatieve kunstscene die industriële ruimtes in heel Amsterdam bezette. Het was een gedurfde zet, omdat veel traditionele kunstcritici sceptisch waren over het tentoonstellen van "graffiti" in een museum. Hij wilde wel dat zijn werk passend werd bij een museum.
Haring was vastbesloten om zijn authentieke, optimistische stijl niet aan te passen, die wereldwijd bij mensen in de smaak was gevallen nadat zijn kunst was ontstaan op de muren van New York City. Haring behield dus zijn authenticiteit en creëerde monumentale muurschilderingen, workshops met Nederlandse kinderen en een kunstwerk over Amsterdam genaamd Amsterdam Notes. Deze aanpak was bedoeld om zowel het galerij- als het straatkunst publiek aan te spreken, ondanks enige kritiek.
Ondanks de kritieken was de tentoonstelling van Haring in Amsterdam een groot succes, trok buitengewoon veel bezoekers en markeerde een belangrijke mijlpaal in zijn carrière. Problemen ontstonden echter toen de Amsterdamse kunst guerrillagroep skg (Stads Kunst Guerrilla), een "cultuurpolitie" beweging geleid door alternatieve kunstenaars, hoorde van Haring's betrokkenheid bij het Stedelijk en besloot actie te ondernemen.
Het leek erop dat Haring's kunst voorbestemd was om terug te keren naar de straten, omdat hij ontmoedigd raakte door agressiviteit van andere straatkunstenaars. Op een dag werd er zelfs een stuk uit een van zijn kunstwerken in het Stedelijk gestolen. Toch bleef het publiek massaal toestromen, maar zonder het gestolen stuk voelde zijn tentoonstelling voor hem onvolledig.
Ondanks de negativiteit rondom het incident ging Haring onvermoeibaar door met zijn workshops voor kinderen uit de multiculturele wijk Oost van Amsterdam. Hij moedigde hen aan om samen te werken aan gezamenlijke kunstwerken, waardoor creativiteit en interactie onder de kinderen werden gestimuleerd.
Ondertussen was het duidelijk geworden dat de dieven leden van de guerillagroep waren. In de Spuistraat was er op een avond onrust in de gekraakte alternatieve bar’'De Muur' toen Erik, een van de dieven, opschepte over hun daden. Barman Melle Daamen, die de slechte sfeer opmerkte, besloot contact op te nemen met het Stedelijk om de teruggave van de tekening te onderhandelen. Na enig overtuigingskracht stemde Erik ermee in, maar onder de voorwaarde dat Haring een originele tekening zou schenken aan Amnesty International voor veiling.
Met tegenzin stemde Haring in met deze voorwaarde, en de uitwisseling vond plaats. Teleurgesteld maar uiteindelijk tevreden met zijn reis naar Amsterdam, maakte Haring zich op om terug te keren naar New York City. Voordat hij vertrok, deed hij een laatste poging om negatieve vibes van zich af te schudden door een enorme muurschildering te schilderen in het Food Centre van Amsterdam West, zijn grootste in Europa. De schildering staat nu symbool voor zijn tijd in Amsterdam.
Amsterdam liet Haring met gemengde gevoelens achter. Enkele dagen na zijn vertrek wees Amnesty de donatie af en beweerde dat deze oneerlijk was verkregen. Daarnaast verlengde het Stedelijk Haring's tentoonstelling wel met acht dagen vanwege de grote vraag. Haring uitte zijn dankbaarheid aan Wim Beeren en het museum en bood zelfs aan om een kunstwerk te schenken. Hij scheen zijn tijd in Amsterdam, ondanks de moeilijkheden, maar door het enthousiasme van de stad, toch gekoesterd te hebben.
Het kunstwerk wat hierboven te zien is “Amsterdam Notes”, hangt tot 5 november opnieuw in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Zie voor meer informatie deze pagina van het museum.