Isabella Ducrot, een Italiaanse schilder die in Rome woont, begon pas op haar vijftigste met schilderen. Nu, vier decennia later, wordt haar werk opgemerkt door galeries en musea door heel Europa. Ducrot, geboren in Napels in 1931, woont al meer dan twintig jaar op de bovenste verdieping een Palazzo in het centrum van Rome, gevuld met oude en hedendaagse meesters. Ze is 93 jaar oud, en is pas in de laatste vijf jaar internationaal erkend voor haar kunst. Ze begon pas te schilderen toen ze in haar vijftiger jaren was. Haar schilderijen zijn vaak collages van papier en textiel, met levendige en dynamische figuren en landschappen.
In Italië werd Ducrot's werk al geruime tijd gewaardeerd. In 1993 werd een wandtapijt van haar opgenomen in de Biënnale van Venetië, en in 2008 en 2014 had ze solotentoonstellingen in de National Gallery of Modern and Contemporary Art in Rome. Het was echter pas in 2019 dat haar werk internationaal de aandacht trok, toen Gisela Capitain, een galeriehouder uit Keulen, een solo-expositie van Ducrot's werk organiseerde. Ze toonde in deze tentoonstelling de serie “Bella Terra”, die veel repetitieve beelden van bloemen bezit en zeer kleurrijk is.
Deze zomer heeft het Consortium Museum in Dijon, Frankrijk, Ducrot's eerste internationale solo-tentoonstelling in een museum gepresenteerd, waarbij ze op een verrassende manier als “jeugdige kunstenaar met een jonge carrière” wordt gepresenteerd. De tentoonstelling omvat elf schilderijen op papier uit de serie “Tendernesses”, waarin twee figuren enthousiast verstrengeld zijn in een patchwork van patronen. Deze schilderijen lijken, vastgepind aan de galerijwanden, te zweven zonder enige ondersteuning, net als de gelukzalige mensen die erin worden afgebeeld.
Na het overlijden van haar echtgenoot, Vittorio Ducrot, in 2022, deelt Isabella haar appartement met haar huishoudster en twee katten. Ondanks haar leeftijd en de recente erkenning blijft ze productief en energiek. Andrea Viliani, directeur van het Museo delle Civiltà in Rome, dat deze zomer een selectie van Ducrot’s werken tentoonstelt, merkt op dat haar techniek en materialen relatief eenvoudig te hanteren zijn, vergeleken met andere kunstvormen zoals beeldhouwen of het schilderen op zware doeken.
De Italiaanse academicus Emanuele Dattilo schrijft in een inleiding tot een catalogus over de serie “Tendernesses” dat mensen vaak verbaasd zijn om te ontdekken dat een dergelijke sensuele kunst door een vrouw van boven de tachtig is gemaakt. Dit verrast vaak meer over de beperkingen van de toeschouwer dan over de creatieve reikwijdte van Ducrot. Haar werk en leven bieden een alternatieve mogelijkheid: dat een individu open kan blijven voor nieuwe ervaringen en vreugde kan vinden tot het einde.
Ducrot, die ook een bloeiende carrière als schrijfster heeft, publiceerde recent essays en korte verhalen waarin ze haar liefde voor textiel en kunst onderzoekt. Ondanks de vertraging in haar artistieke erkenning, blijft Ducrot's productiviteit opmerkelijk. De grote tentoonstelling in het Madre Museum in Napels in 2026 en is een eerbetoon aan haar. Voor haarzelf is het een verre toekomstvisie, waar ze niet al te veel op anticipeert: “Het is te ver weg.”
Isabella Ducrot’s kunstzinnige reis, die begon op latere leeftijd, herinnert ons eraan dat creativiteit geen leeftijd kent en dat de vreugde van het leven en de kunst kan bloeien, zelfs op negentigjarige leeftijd. Haar werk en leven zijn een bewijs van de blijvende kracht van menselijke expressie en vernieuwing.