Frank Lloyd Wright is zonder twijfel een van de meest iconische architecten ooit, maar op 60-jarige leeftijd leek zijn carrière op zijn einde te lopen. Het zou voor hem makkelijk zijn geweest om met pensioen te gaan en te genieten van een rustige oude dag. Het architectonische wereldje had zijn hoop in hem verloren. Desondanks bereikte hij twee decennia later het hoogtepunt van zijn carrière en creëerde hij meer dan de helft van zijn werken, waaronder acht UNESCO-werelderfgoederen, tijdens het laatste deel van zijn leven.
Het persoonlijke verhaal van Wright klinkt bijna als een Hollywoodscript. Op 42-jarige leeftijd verliet hij zijn vrouw en gezin om met een getrouwde cliënt naar Europa te reizen. Zijn carrière was in chaos, maar deze reis stelde hem in staat om zijn loopbaan opnieuw uit te vinden. Hij ervoer een soort openbaring die als een midlifecrisis aanvoelde. Wright begon grotere risico’s te nemen en zijn gebruikelijke architecturale stijl te doorbreken. Toch was hij op 60-jarige leeftijd weer verveeld en financieel instabiel. Kort daarna ontwierp hij het beroemde Falling Water.
Het huis Falling Water, ontworpen in 1935 door Frank Lloyd Wright.
Een opvallend kenmerk van Wrights werk is dat hij al zijn stijlen, van prairiehuizen tot organische gebouwen, meenam naar zijn latere projecten. De bekende schrijver Malcolm Gladwell beschrijft hem als een “dubbele laatbloeier”, omdat hij zowel vroege als late successen kende, vergezeld van hoge verwachtingen en tegenslagen tijdens zijn middeljaren.
Uit sociaalwetenschappelijk onderzoek, bekend als de “equal-odds rule” (ontwikkeld door psycholoog Dean Keith Simonton in 1977), blijkt dat elk werk van een kunstenaar of wetenschapper evenveel kans heeft om succesvol te zijn. Succes en mislukkingen kunnen zich in clusters voordoen, maar je belangrijkste prestaties komen vaak in de periode waarin je het meeste werk verricht. Het nadeel is dat we naarmate we ouder worden minder produceren, en dus minder successen ervaren.
Als je Wright rond zijn 60ste had ontmoet, zou je iemand hebben aangetroffen die veel had meegemaakt: een mislukt huwelijk, een overleden geliefde, een huis dat twee keer afbrandde, een tweede huwelijk dat mislukte, een carrière die op instorten stond, en financiële problemen. Toch begon hij daarna aan zijn meest productieve fase. Uiteindelijk leefde hij tot zijn 91ste, wat destijds in 1959 vrij bijzonder was.
Al met al, zijn wij allemaal de architecten van ons eigen leven. Hoe zie jij de komende jaren als een kans om te bouwen op alles wat je hebt geleerd? Je hoeft geen beroemde gebouwen te ontwerpen; misschien mentor je jonge mensen in je omgeving, stel je jezelf verkiesbaar voor een politieke functie op je 65ste, of leer je tuinieren op je 70ste. De kansen zijn net zo groot om succesvol te worden op latere leeftijd, zolang je maar bezig blijft!