Wat als je oog in oog staat met een mens in nood? Grijp je in, of blijf je aan de kant staan? Die morele vraag vormt de kern van De redding, het nieuwe non-fictieboek van Judith Koelemeijer. Dit indrukwekkende werk vertelt het waargebeurde verhaal van een vrouw die in een Haarlemse gracht belandt, en de studente die haar leven op het spel zet om haar te redden.
Op een winteravond in 2010 rijdt de 71-jarige Leah met haar auto het ijskoude water van de Leidsevaart in. Terwijl haar voertuig langzaam zinkt, verzamelen zich toeschouwers op de kade. Maar niemand doet iets. Behalve Mirjam, een 24-jarige studente filosofie, die worstelt met de vraag: “kan ik dit laten gebeuren?” Pas als ze een hand in het water ziet, springt ze. Op het nippertje weet ze Leah uit de auto te trekken. De ervaring verandert het leven van beide vrouwen voorgoed.
Koelemeijer vertelt het verhaal vanuit beide vrouwen, waardoor de lezer wordt meegesleurd in de radeloze gedachten van zowel Leah als Mirjam. Leah, gevangen op de achterbank, voelt het water stijgen en bereidt zich voor op de dood. Mirjam, verlamd door twijfel en schaamte over haar eigen passiviteit, weet uiteindelijk haar angst te overwinnen.
De gebeurtenis laat diepe sporen na. Leah, ooit een krachtige vrouw, worstelt na haar redding met angst en schuldgevoel: had zij Mirjam niet onnodig in gevaar gebracht? Mirjam daarentegen raakt ontgoocheld in de solidariteit van anderen. Waarom stond iedereen erbij en keek ernaar? Haar woede en twijfels doen denken aan de filosofische ideeën van Hannah Arendt en Simone Weil, die beide schreven over de menselijke verantwoordelijkheid en de grenzen van medeleven.
Koelemeijer plaatst de individuele keuzes van Leah en Mirjam in een breder ethisch kader. Is ingrijpen een morele plicht? Of is het begrijpelijk dat mensen bevriezen bij dreigend gevaar? De vragen in De redding resoneren diep, vooral in een tijd waarin solidariteit vaker op de proef wordt gesteld.
Mirjams keuze om te handelen kan worden gezien als een voorbeeld van de categorische imperatief van Kant: handel zó dat je wilt dat jouw gedrag een algemene wet zou zijn. Tegelijkertijd roept haar woede over de passiviteit van anderen de existentiële strijd op die Weil beschrijft: hoe verenig je het verlangen naar rechtvaardigheid met de realiteit van een wereld waarin niet iedereen handelt?
Judith Koelemeijer levert met De redding niet alleen een spannend en aangrijpend verhaal, maar ook een morele spiegel. Wat zou jij doen in zo’n situatie? Een vraag die, eenmaal gesteld, niet meer loslaat.
Benieuwd naar het boek geworden? Klik hier om het te bestellen!