Al heel lang had ik een droom: een lange afstand wandeling maken. Waarom? Het leek me heerlijk. Ruimte. Leegheid. Eenvoud. Rust. Mijn man en ik zijn allebei doeners: voor ons geen luie vakantie aan het strand of op een terras achter een drankje. Hoe moe we soms ook van onszelf worden, we moeten altijd van alles ondernemen. Wandelen heeft wel de activiteit –stilzitten maakt me onrustig– maar ook de rust in de natuur. Ideaal dus.
Maar het kwam er steeds niet van. Onze vakanties waren nooit langer dan twee à drie weken en er waren altijd zoveel andere bestemmingen.
Tijd voor mezelf, niet van anderen afhankelijk, met niemand rekening houden, mijn eigen keuzes maken.
En toen kondigde mijn pensionering zich aan. Een eindeloze zee van vrije tijd waarin van alles mogelijk was en waarin een aantal weken wandelen zeker paste. Bovendien, het leek me een goede manier om de transitie te maken van een leven vol werk, verplichtingen en zorgen, naar de volgende fase, waarin ik zelf meer centraal kon staan. Wat waren mijn behoeften, mijn wensen en verlangens? Ik wilde ruimte om na te denken over hoe mijn leven was verlopen en hoe mijn verdere leven er uit moest gaan zien. Dit betekende dat ik alleen moest gaan, zonder man, zonder kinderen, zonder vrienden. Tijd voor mezelf, niet van anderen afhankelijk, met niemand rekening houden, mijn eigen keuzes maken. Wanneer had ik dat voor het laatst gedaan?
Mijn eerste hindernis was mijn man te overtuigen dat dit plan niet ter discussie stond. Zoals hij zijn wensen had voor de toekomst, zo had ik de mijne. Ik wilde wel graag zijn medewerking en natuurlijk het liefst zijn goedkeuring. Gelukkig konden we deze hobbel samen nemen.
Europa lag aan mijn voeten.
Europa lag aan mijn voeten. Ik koos een bestemming die zo dichtbij was, dat ik in één of twee dagen weer thuis kon zijn, als ik het te zwaar zou vinden, als ik ernstige blessures zou krijgen, of mocht er thuis iets gebeuren. Een tocht die niet te hoge eisen stelde aan mijn fysiek en die niet te moeilijk was wat betreft overnachtingsmogelijkheden en routeplanning. Het werd de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela, drie maanden lopen, vanaf Vezelay in de Bourgogne naar de Atlantische kust in Galicië.
Ik ging er over lezen, ik keek naar documentaires en films. Hoe ziet zo’n tocht er eigenlijk uit? Wat kan ik verwachten? Is het veilig voor een vrouw alleen? Maar hoe je je ook voorbereidt, pas als je op weg gaat leer je wat het met je doet.
Er zijn natuurlijk concrete zaken: goede rugzak, goede schoenen, routeplanner, fysieke training, allemaal zaken waar je van te voren wat mee kunt, maar de ervaring, hoe het voelt, wat er met je gebeurt, dat is een kwestie van op stap gaan en het over je laten komen. Vanaf dag één wist ik dat ik een juiste keuze had gemaakt; ik voelde me als een kind zo blij daarin dat lentebos in de Bourgogne, waar een explosie van voorjaarsbloemen de winterse kou verdreef, waar de vogeltjes floten en ik een hertje tussen de bomen weg zag schieten.
Niet alleen die eerste dag, maar de hele verdere reis was een ervaring om nooit te vergeten. Ik heb er veel van geleerd en enorm van genoten. Maar wees voorzichtig: wandelen is enorm verslavend.
Ben je benieuwd naar Saskia’s ervaringen?
Luister live mee naar de Proudies lezing met Saskia Nijhoff op 5 november om 19.00 uur: Saskia’s wandeling naar Santiago: belevenissen en inzichten
Koop het boek Hoe sterk is de eenzame wandelaar van Saskia Nijhoff