Het is een klein en intiem gezelschap van ongeveer 50 mensen voor wie fotograaf Jimmy Nelson, de avond voorafgaand aan de start van zijn expositie in (bewegend-) beeld en geluid in de “Fabrique des Lumières“ (Westergasfabriek) in Amsterdam, zijn doopceel licht.
bron afbeelding: Fabrique des Lumières
‘The Last Sentinels: Heroes, from near and far' - Jimmy Nelson
De weg erheen was per trein niet mogelijk: weersverwachting code rood. Mijn vriendin -die mij op deze voordracht attendeerde, dank! dank!- en ik sprongen met de moed der wanhoop in de auto. Het risico veroorzaakt door het gedrag van andere weggebruikers bleek groter te zijn dan het gevaar van de hoosbui zelf, maar desondanks zullen we ruim op tijd arriveren.
Jaren geleden ben ik voor de foto's van Jimmy ‘gevallen'. Schitterend, veelzijdig, sfeervol, authentiek, perfect, en zoveel meer. Hij fascineerde me en ook al volg ik hem sindsdien met één oog, hij fascineert me nog steeds. Ik heb verschillende vragen die ik hem wil stellen: “Hoe komt die man bij al die stammen terecht?" “Hoe krijgt hij de mensen zover om op deze manier voor hem te poseren?" “Is het wel poseren of zijn het veelal ‘lucky shots'?" “Hoe communiceert hij?” En vooral: “Dit wil ik óók!! Hoe doe ik dat?”
Al mijn vragen worden beantwoord in een persoonlijke en zeer beweeglijke combinatie van Engelse en Nederlandse taal. In zijn spraakwaterval, dat iets weg lijkt te hebben van een kwetsbare one-man show, licht hij een tipje van de sluier op over zijn leven en werk. Jimmy praat met het publiek en neemt je mee in zijn leven. Intiem en hartverscheurend. Hij heeft geen diploma's, kan wel lezen en schrijven maar niet rekenen. Heeft 3 Nederlandse kinderen en woont in Amsterdam. Gescheiden.
En dan zegt hij wat je eigenlijk al aanvoelt, hij moet dit doen en vooral op zijn unieke en obsessieve manier. Hij gebruikt mooie metaforen in zijn verhaal, zoals de dwarrelende veer in de film ‘Forrest Gump’. De veer van Jimmy is helemaal en onherstelbaar kapot. Wat is er met hem gebeurd?
Zijn jonge jaren vullen zich met reizen en verhuizen samen met zijn ouders naar vele landen en stammen wereldwijd. Zijn vader was geoloog en werkzaam bij Shell. Hij beschrijft dit als een leven in staat van “vliegtuig in, vliegtuig uit,” waar hij overal met aandacht en liefde ontvangen wordt. Het leven is weldadig en veilig.
Als hij 7 jaar is, besluiten zijn ouders dat het tijd wordt voor onderwijs. Jimmy reist zonder zijn ouders naar de Engelse kostschool. De aankomst en aanblik van het gebouw, de massa kinderen en het team van meer dan 100 leerkrachten ervaart hij als een shock. In de jaren die volgen wordt hij seksueel misbruikt. Jimmy treedt niet in details, zijn stem verraadt niets van woede of walging of wraak. Heel monotoon zegt hij: “Daar ging ik als kind dood.”
Rond zijn 16e levensjaar, steelt hij een creditcard van zijn vader en loopt weg. Na rusteloze omzwervingen belandt hij in Tibet, waar hij zonder vraag of oordeel opgenomen wordt door Boeddhistische monniken. Hier woont hij in rust en harmonie met zijn omgeving. Na ongeveer 3 jaar, Jimmy is inmiddels 19 jaar, begint hij na te denken over de rest van zijn leven en toekomst. Hij realiseert zich dat hij geen vak geleerd heeft, dat hij uiteindelijk zichzelf zou moeten gaan onderhouden, en dat hij niet weet wat hij zou willen doen met zijn leven. Totdat iemand in zijn omgeving een paar foto's van hem ziet en zegt: Misschien fotograaf? En dat is het begin van de carrière en het enorme bijzondere oeuvre van Jimmy Nelson.
Over mijn prangende vragen over hoe hij bij de stammen komt, antwoordt hij: “Communicatie vooraf is vaak onmogelijk, dus je gaat -aanvankelijk alleen- gedraag je je zeer bescheiden en nederig; soms dagen op één plekje blijven zitten en met hele kleine gebaren contact met het stamhoofd proberen te maken. Op de vraag: “Hoe krijgt hij mensen zover om te poseren?” zegt hij dat het een lang en geduldig proces is van vele dagen en weken. Dag na dag neemt hij de mensen mee, trots in hun perfecte ornaat, naar de perfecte plek, in de perfecte pose, wachtend op de perfecte belichting. Ik stel me voor hoe Jimmy hierbij nerveus en druk heen en weer loopt, mensen dirigeert hoe te staan, zitten, kijken of liggen om te concluderen dat het perfecte moment niet gekomen is, of al verstreken is. En dan misschien zegt: “Morgen weer.” Dus is het dan wel poseren of zijn het veelal ‘lucky shots’? Bijna verontwaardigd stelt Jimmy dat hij beslist nooit een lucky shot –spontane foto- maakt. Hoe zou dat ooit de perfectie kunnen benaderen?
En hoe communiceert hij? Ook al kent hij door zijn reizende jeugd veel talen en stammen, vaak spreekt hij de benodigde taal of dialect niet. Communicatie komt dan neer op gedrag, houding, gebaren, geluiden. En dan tot slot, mijn laatste vraag en vooral verlangen: dit wil ik óók! Geen kans, althans niet op deze manier. Hopelijk zal ik eens een authentieke stam kunnen en mogen bezoeken, maar dan als reiziger, de betere versie van de toerist.
En dan is het tijd voor de expositie: Schitterend. Perfectie. Al denkt Jimmy daar zelf anders over. Ik was echt wel even sprakeloos van deze gevoelige, open, maar geobsedeerde, noodzakelijkerwijs egocentrische en wat narcistische man.
Een absolute aanrader om de Fabrique des Lumières: The Last Sentinels te bezoeken. Nu te zien in Amsterdam, elke vrijdag- en zaterdagavond tot en met 5 februari, 2023 van 17:30 tot 21:00 uur.
Home - Jimmy Nelson en https://www.jimmynelson.com/exhibitions/fabrique-des-lumieres/
Simone Sevink