Mijn leven draait al lange tijd in meerdere en soms mindere mate, om mijn vriendinnenclub van -tegenwoordig nog- zes vrouwen. We ‘bestaan’ dit jaar 45 jaar. En daar wil ik wel iets over kwijt. Want wat maakt nou dat wij zo lang met elkaar in contact zijn gebleven? Plichtmatigheid, trouw, verveling, behoefte aan... Ja, wat is het? En wat doet het fysiek? Is daar onderzoek naar gedaan en wat heeft dat opgeleverd?
Volgens Susan Krauss Whitbourne, professor in de psychologie aan de University of Massachusetts, is er maar weinig onderzoek gedaan naar de kwaliteit en de aard van volwassen vriendschappen. Wel noemt zij een belangrijke theorie die ons inzicht geeft in de betekenis van oude vriendschappen. Het gaat om de Socio-emotionele SelectiviteitsTheorie (SST) ontwikkeld door Stanford psycholoog Laura Carstensen. Tjonge, wat is dat? Ik kom er later op terug.
Ons contact ontstond in 1979, in een Betuws dorp tijdens de wekelijkse lessen zwangerschapsgymnastiek. In een kring leerden we puffen en persen, hoe de baby zich eruit zou persen en hoe wij moesten meepersen.
Na de eerste plichtmatige post-partum bijeenkomst met de baby’s, maakten we toch een volgende afspraak. De bevalling was natuurlijk topic number one, maar daarmee bleken we nog lang niet uitgepraat. Die baby’s veranderden namelijk van dag tot dag en we praatten het liefst ook ’s nachts, zodat wij inmiddels met donkere wallen aan de wijn in plaats van koffie, ons hart bij elkaar uitstortten. We gaven elkaar advies voor zover wij het dachten te weten met Dr. Spock en de ‘Wij’ op de achtergrond. De ‘Wij’ was een gratis blaadje voor jonge ouders, waarin ik een jaar later mijn eerste columns schreef over inmiddels al mijn twééde zwangerschap. Openhartig conform de tijdgeest, met zelfgemaakte lelijke foto’s. Het leverde mij zestig gulden per maand op, plus een hardnekkige anonieme stalker. Maar dit terzijde.
Ik kan niet zeggen dat mijn vriendinnen in deze club allemaal direct op mijn lijn zaten of andersom. Ik kom uit ‘de grote stad’ en onze club ontstond in de Betuwe. Dat is grond voor een paar fundamentele verschillen. Mijn nieuwsgierigheid naar het onbekende maakte dat ik met verwondering luisterde naar deze andere manier van leven in deze andere omgeving.
Vriendschappen die vroeg of relatief vroeg in je leven ontstaan hebben als enorm voordeel dat -in ons geval- je vriendinnen meemaken wat jij meemaakt. Toen wij doorkregen dat we samen een blijvertje waren, formaliseerden we ons met de ingewikkelde naam ‘De Ex-Zwangerschapsclub’. Onze maandelijkse avondjes werden een ritueel en wegblijven deed je niet.
We leerden elkaar door en door kennen. Met ergernis, verbazing, maar vaak met verwondering. We kwamen erachter dat ieder van ons een speciaal talent heeft, wat bescheiden maar gestaag tevoorschijn kwam. Techniek, alert en kritisch, tolk, chauffeur, bijrijder & navigatie, financieel. We vulden elkaar op wonderbaarlijke organische wijze aan, wat ons in de vele reizen die volgden ontzettend veel opleverde.
We doorleefden het vertrek van enkelen en een echtscheiding. We droegen een van onze vriendinnen naar het graf, alsmede de man van één van ons. We vierden geboortes, verjaardagen, kroonjaren en jubilea met zelfgeschreven liedjes en voordrachtjes. Er ontstond een gedeelde geschiedenis. Namen van kinderen, familieleden, buren en andere persoonlijke vrienden waren bekend. Je kende elkaars leefsfeer en leefwijze. Dat was de smeerolie in onze vriendschap.
Daarnaast was er nog een ander voordeel. In je eigen familie kent iedereen je op een bepaalde manier. Men heeft je zien opgroeien en kent je uiterlijk, gedrag, denkwijze en overtuigingen. Er zijn familietradities en gewoontes. Onuitgesproken wordt van je verwacht dat je je daaraan blijft conformeren.
Onze club verschafte ieder van ons de ruimte om andere, eigen keuzes te maken, binnen veilige grenzen iets anders te doen. In tegenstelling tot familie gunnen vriendinnen je, al of niet bewust, de ruimte en vrijheid om ‘anders’ te zijn.
Wel ging onze club gezamenlijk dan ook héél ‘andere dingen’ doen!
Inmiddels claimden we thuis vrije tijd en geld. Het uitgaan ontwikkelde zich tot meerdaags hip hiken met rugzak en tent, onder de stugge maar liefdevolle (bege)leiding van zeer ervaren vriend.
Het was deze man die ons een uitdagende hike door zijn favoriete gebied voorstelde: de Schotse Hooglanden. Tent, branders, slaapzak, matje, waterfles, eten, natte doekjes en geen schone kleren.
We spreken 1994, wij zijn gemiddeld tussen de 40 en 50 jaar.
Living off grid, water uit de natuur (altijd lager in de beek plassen!), poepen achter een struik en soms zelfs dat niet. De rauwe rotsachtige vergezichten. De stilte. Het bijna-ongeluk toen onze begeleider zich verstapte en van een stuk berghelling afgleed. Een risicovolle, unieke en onuitwisbare ervaring van vijf moeders, waar wij nog steeds met onverholen trots over praten tegen wie het maar wil horen.
Niemand had een mobiele telefoon. “Geen nieuws is goed nieuws”.
Een andere vriendengroep van wat oudere Limburgse echtparen, met wie het tijdens een ontmoeting in een Oostenrijkse Stube liefde op het eerste gezicht was, loopt één generatie op ons voor. Toen levenslustig en luidruchtig, ondernemend en actief. We zagen bij hen zowel de waarde als het ongemak van oude vriendschap op latere leeftijd. Zij confronteerden ons met hun onvermijdelijke fysieke en mentale achteruitgang. We leefden en voelden en rouwden met ze mee.
Ons voorland.
De theorie van professor Laura Carstensen baseert zich op het idee dat relaties twee functies hebben: een informatieve- en een emotionele functie. De informatieve functie kan door vrijwel iedereen vervuld worden. Wil je weten waar een leuk restaurant zit? Vraag het een vreemde op straat of je collega.
Maar de emotionele functie wordt vervuld door mensen die dicht bij ons staan, zoals vrienden en familie. Ze geven je een goed gevoel.
Volgens de wetenschap doen oude vrienden ertoe omdat ze onze diepste emotionele behoeften voor connectiviteit vervullen. Het is niet alleen dat we ons comfortabeler bij ze voelen, maar ze weten ook precies hoe ze ons goed kunnen laten voelen! Ze zien bij elkaar hoe leeftijd-gerelateerde issues worden aangepakt, of juist niet. We herkennen, erkennen en mogen zijn wie we willen zijn.
That’s what friends are for.
Tegen The Huffington Post zei Carstensen het volgende: ‘Of het nu gaat om de hartverwarmende band die we met onze moeders hebben, of de soms gespannen dynamiek met een specifieke broer of zus; oude vrienden hebben een uniek inzicht in onze familierelaties zoals niemand anders dat heeft. Het is die kennis die banden soms sterker maakt dan vele andere relaties.’
En doet het fysiek ook nog iets voor ons? Jazeker!
Uit onderzoek blijkt dat hechte (lees: oude, lange) vriendschappen worden geassocieerd met meer geluk, het hebben van een doel in je leven en zelfvertrouwen. Deze vriendschappen worden zelfs in verband gebracht met lichamelijke voordelen, zoals een lagere bloeddruk en een langere levensduur!
Emotioneel gezien vormt een hechte vriendschap een basis waarmee je sociale vaardigheden kunt ontwikkelen, gesteund kan voelen en je carrières en romantische relaties kunt bevorderen. Welja zeg! Op fysiek gebied: je bent vaak gezonder, herstelt sneller van bepaalde ziekten en je leeft langer. Vriendschap levert het meeste voordeel op tijdens adolescentie en ouderdom!
Naast al deze positiviteit ontkomen we privé echter geen van allen aan onze portie zorgen, ziekte en verdriet. Kinderen worden niet zonder vallen en opstaan groot. Relaties blijven soms hard werken of gaan alsnog kapot. Tot ons grote geluk zijn we in ons groepje allemaal grootouders geworden. Ook deze gezinsbeslommeringen beïnvloeden onze levens. Maar, altijd is er het gehoor van de vertrouwde ‘ouwe’ vriendinnen. We luisteren tussen de soms zeer geringe zinnen door, naar de relationeel schurende of onbegrijpelijke situaties. Stellen vragen voorzichtig en proberen het leven in moeilijke tijden met elkaar te dragen.
En we durven erom te lachen!
Wat langzaam maar zeker gegroeid is en wat blijft is de diepgewortelde krachtige verbintenis tussen zes Nederlandse vrouwen, door een simpel toeval ontstaan.
Wij zitten voor de rest van ons leven aan elkaar vast.
Of zoals één van ons ooit zo praktisch zei: “Als ik alleen kom te staan, heb ik altijd jullie nog!”
Ouwe vriendinnen.
Onmisbaar.
Simone Sevink
Maart 2024