James Ensor is geboren in Oostende uit een Engelse vader en een moeder uit Oostende. Zij was analfabete, dochter van een winkelier. Ze runde samen met haar zuster een winkel in o.a. carnavalsartikelen. De kleine James was vaak in die winkel.
James Ensor Selfportrait (1860-1949)
Als kind bleek hij talent voor tekenen te hebben maar hij was nogal tegendraads dus hij werd vaak afgewezen en maakte opleidingen niet af. Die tegendraadsheid is zijn hele leven een karaktertrek gebleven. In 1974 schrijft ene Frans Hellens in een voorwoord over Ensor: „de echte Ensor is […] de degentrekkende en liefkozende Ensor, bijtend en onrechtvaardig, naïef en cynisch. Het grootste enfant terrible dat de schilderkunst ooit heeft gekend, een kind in alle oprechtheid en in alle schrikwekkende connotaties van het woord‟.
Hij had aanvankelijk niet veel succes mede door zijn karakter. Nu is dat wel anders. Hij wordt gezien als een van de grootste Belgische schilders. Omdat het dit jaar 75 jaar geleden is dat hij overleed, wordt er in België en met name in Oostende, Antwerpen en Brussel veel aandacht besteed aan Ensor.
Waarom is hij nu zo groot, kun je je afvragen? Allereerst omdat hij zichzelf steeds vernieuwde. Hij experimenteerde heel graag. Veel schilderijen heeft hij waarschijnlijk overgeschilderd omdat hij weer iets nieuws wilde proberen. Op een gegeven moment is hij aandacht gaan besteden aan kleuren en het licht. Veel van zijn schilderijen hebben als het ware een lichtwaas over het beeld dat nog nooit door iemand op zo’n wijze was gedaan. Er is ook gedacht dat dit een vuillaag was, maar bij nadere studie bleek dat het wel degelijk door Ensor was aangebracht, waarschijnlijk om het licht te benadrukken. Het is ook interessant om te kijken waarom hij zichzelf zo vaak afbeeldde in zijn vele schilderijen (hij heeft er zeker 850 gemaakt). Maskers komen bijvoorbeeld vaak voor. Bovenstaand schilderij liet ik in mijn colleges vaak zien aan mijn studenten en vroeg hen dan: Dit schilderij heet self portrait. Wie denk je dat dat de schilder zelf is?
Vrijwel iedereen wijst dan naar de man met de bloemenhoed, snor en baard. Voor het oog de enige zonder masker. Maar volgens Ensor is hij het allemaal. Maskers zijn, zo zegt hij: onthullingen van de ware boosaardige en lachwekkende aard van de mens. Inclusief mijzelf.
James Ensor maakte hiermee een nietsontziend zelfportret waarin hij zijn schone zelf (ook een masker) in het midden zet en daaromheen al zijn andere “ikken”. Eigenlijk zijn het maskers. ‘Zet je masker af’ is een kinderliedje van Elly en Rikkert. Wat blijft er over als je al die maskers afzet? Voor iedere gelegenheid hebben we wel een ander gezicht. Wat zie je als je de echte mens overhoudt? Lelijkheid en schaamte. Helaas weinig schoonheid en bescheidenheid? Volgens Ensor, zien we vooral lelijkheid. De mens is in wezen door en door slecht, doortrapt, een slechte acteur, niet in staat tot enig goed.
Tenzij hij zijn masker afzet. In de spiegel durft te kijken. Zijn zwarte kant onder ogen durft te zien.
Volgens Komrij een onmogelijk iets blijkens het gedicht hiernaast. Zelf blijf ik geloven in de tekst van de tweede strofe. Dat er iets gebeuren kan. Dan kun je namelijk weer gaan kiezen. Wat wil ik laten zien van mezelf? Wie ik in wezen ben, hoe ik bedoeld ben door mijn Schepper, wie ik mag zijn.
Hij mag dan soms een moeilijk man geweest zijn, hij genoot van aandacht (o.a. Churchil en Einstein kwamen hem bezoeken) en hij kon wel onthutsend eerlijk zijn. Maskers zijn verhullingen van de ware aard. Hij zag het als kind al in de winkel van zijn moeder en