Met Tóth Ikonen bekleden Ferenc en Christel Tóth een bijzondere positie in het Nederlandse kunstveld. Ze runnen een kunsthandel die zich richt op een specifiek stukje kunstgeschiedenis: Russische iconen. Deze vaak kleine, meticuleus gemaakte schilderijen op hout of metaal beelden religieuze scènes af en werden ofwel in kerken gehangen, of als reisiconen door Russische orthodoxe gelovigen meegevoerd als teken van hun devotie. Het echtpaar Tóth biedt iconen aan uit de 16de tot de 19de eeuw, koopt de werken in, laat ze – indien nodig – restaureren en onderzoekt ze grondig. Uiteindelijk worden de werken verkocht, ofwel in hun galerie in Huizen, of aan liefhebbers op grote kunst- en antiekbeurzen zoals de PAN of de TEFAF. Proudies sprak met dit vrolijke en gepassioneerde koppel in een interview. We vroegen Ferenc en Christel naar hun specifieke interesse in Russische iconen, wat het mooiste is aan hun werk als kunsthandelaars en hoe het is om als echtpaar samen te werken.
Ferenc: "Het begon bij mijn ouders, József en Corrie Tóth, die als hobby Russische iconen verzamelden. Mijn vader was tijdens de opstand van Hongarije naar Nederland gevlucht en daar had hij mijn moeder ontmoet. Wanneer ze mijn grootouders bezochten in Hongarije, reisden ze via Wenen, waar hun oog viel op twee Russische iconen in een etalage. De twee kunstwerken lieten hen niet los en de dag erna besloten ze de werken te kopen. Terug in Nederland brachten ze de iconen naar een antiquair in de Spiegelstraat om deze te laten controleren of het ‘goede’ werken waren. Daar voorspelde de handelaar al: ‘Als u doorgaat met verzamelen, heeft u een verzameling en uiteindelijk een handel.’
Mijn ouders begonnen meer te lezen over Russische iconen en verzamelden er steeds meer. Eerst wilden ze na tien stuks stoppen, maar ze kochten toch een elfde. Later probeerden ze weer te stoppen bij vijfentwintig, maar ook dat is niet gelukt, haha. In de jaren ‘70 werden ze zogenaamde ‘gentleman dealers’, waarbij ze kunst verkochten aan vrienden en familie. In 1974 hebben ze Tóth Ikonen officieel opgericht. Ze begonnen op kleine weekendbeurzen en maakten in 1980 de stap naar een winkel op de Spiegelstraat. Daar was een collectief van kleinere galerieën, allemaal in één gebouw.
Ik ben dus van kleins af aan opgegroeid met iconen. Wij wisten niet beter dan dat pa en ma met kunst bezig waren. Ik had zelf nooit de intentie om de zaak over te nemen. Ik heb ook iets totaal anders gestudeerd: HEAO Small Business in Haarlem. Na een stage in Hongarije kwam ik terug om mijn ouders te helpen op een beurs. Toen dacht ik: ‘Dit is leuk!’ en heb ik gevraagd of ik de zaak mocht overnemen. Dat mocht, maar ik moest eerst mijn studie afmaken. Daarna ben ik fulltime in de zaak gegaan. En als ik het over zou doen, zou ik het zo weer doen!"
Christel: “Ik ben de iconenwereld ingerold door mijn huwelijk. Eerst heb ik kunstgeschiedenis gestudeerd in Leiden en daarna werkte ik bij een aantal galerieën die gespecialiseerd waren in 19e- en 20e-eeuwse kunst. Zes jaar lang heb ik bij Kunsthandel Frans Jacobs in Amsterdam gewerkt. We namen deel aan de PAN en TEFAF, en ook aan de kunst- en antiekbeurs in Breda. Daar heb ik Ferenc ontmoet. Onze stands stonden naast elkaar, dus we waren buren.”
Ferenc: “Ja, toen kocht ik een kunstwerk bij haar!”
Christel: “Klopt, we hebben elkaar in 1997 ontmoet en sinds hij dat kunstwerk bij mij kocht, zijn we onafscheidelijk!”
Ferenc: “Kunst brengt mensen bij elkaar!”
Christel: “Zeker. Sinds 2000 vormen wij samen de organisatie van het bedrijf. Mijn schoonouders waren jarenlang betrokken bij de zaak en bijvoorbeeld ook aanwezig op de beurzen. Het ging altijd heel goed met z’n vieren, en zij hadden zoveel relaties! Langzaam, toen mijn schoonouders wat ouder werden en niet meer op beurzen konden staan, gingen we met z’n tweeën verder.
Ik kwam ook in een nieuwe kunstwereld terecht, want ik had tijdens mijn studie niet veel over Russische iconen geleerd. Je leert het ook niet alleen uit een boekje. Je moet veel zien en door je handen laten gaan. Toen ik Ferenc net leerde kennen, ging ik vaak mee naar beurzen, maar daar zie je alleen het topniveau. Bij het inkopen staat alles door elkaar en moet je leren wat van hoogwaardige kwaliteit is en wat niet.
In 2004 hebben we samen een boek over iconen geschreven. Dat was heel anders, omdat je je dan echt kunt verdiepen. We schreven het altijd samen, en je ziet niet wie welk hoofdstuk heeft geschreven. Natuurlijk hebben we allebei een voorkeur voor bepaalde onderwerpen, maar het is erg leuk om samen boeken te schrijven!”
Ferenc: “Soms is het maar beter dat mensen niet achter de schermen kunnen kijken! Dan denken ze: ‘Goh, wat hangt het hier mooi.’ Maar als ze het traject eens zouden kennen voordat het icoon hier hangt...
Het spannendste aan het beroep van kunsthandelaar is dat je altijd op jacht bent naar iets moois. Je probeert iets te bemachtigen, en als dat lukt, ben je zielsgelukkig. Dan ga je het stuk onderzoeken. Soms, als het beschadigd of heel vies is, laat je het restaureren. Je moet het hele stuk documenteren, er soms over publiceren, en dan te koop aanbieden. En zodra je het hebt verkocht, begint alles opnieuw. Het is eigenlijk een gek beroep. Heb je eindelijk een werk bemachtigd, ga je het weer verkopen! Maar als je het verkocht hebt, en de koper is er later nog steeds super gelukkig mee, dan is de missie geslaagd.”
Christel: “Wat veel mensen misschien ook niet weten, is dat we alles zelf doen. De opbouw van beurzen doen we met z’n tweeën: inpakken, sjouwen, uitpakken en samen de perfecte presentatie neerzetten. We doen echt alles zelf!”
Ferenc: “De stand wordt steeds mooier en mooier. Tot de opening is het altijd heel spannend. Uiteindelijk krijg je rust als je realiseert: dit is het, hier gaan we het mee doen. Het is soms maar goed dat mensen de stress achter de schermen niet zien. Laat de bezoeker maar in de illusie. We hoorden weleens een bezoeker op een beurs zeggen: ‘Staat dit hier dan het hele jaar?’ Maar nee, het is drie weken opbouwen, één week presenteren en dan weer vijf dagen afbreken. Het is eigenlijk een soort museum dat er maar een week staat!”
Ferenc: “Iconenverzamelaars pronken niet met hun collecties. Verzamelaars van schilderijen doen dat vaak wel, waarschijnlijk omdat er grote namen aan hangen en de werken bijna altijd gesigneerd zijn. Iconen zijn eigenlijk nooit gesigneerd. Mensen die iconen kopen, worden echt door het werk geraakt. Het is vaak een heel persoonlijke keuze. We verkopen voornamelijk aan particulieren en niet aan bedrijven of bedrijfscollecties. Mensen zijn vaak heel integer en discreet.
In het verleden hebben we ook aan musea verkocht. Momenteel hangt een van onze werken als bruikleen in een tentoonstelling die door Duitsland reist. In Nederland werken we ook vaak samen met musea zoals het Catharijneconvent, en lenen we soms werken uit.”
Christel: “Ja, dat vind ik altijd heel mooi. Dat het werk te bezichtigen is voor een groter publiek, zodat meer mensen ervan kunnen genieten.”
Ferenc: “Nou, de overval op de TEFAF van 2022, dat was heel bizar. Het voelde alsof je in een film zat. Dat jaar op de TEFAF was sowieso bijzonder, omdat het vlak na corona was. Wij hadden tijdens corona flink doorverzameld en uit een particuliere verzameling in Duitsland zo'n zeven of acht stukken gekocht. Ook hele grote werken, wat vrij zeldzaam is voor iconen. Eén werk ging over de profeet Elia. Wat zo gaaf is aan dat stuk, is dat het vaak gepubliceerd werd in boeken. Elke keer als ik het in de literatuur zag, droomde ik ervan om het ooit eens te mogen kopen.”
Christel: “Ja, dat is een bijzonder stuk. Bepaalde scènes waren overgeschilderd, dus we hebben het laten restaureren en toen kwamen de originele scènes weer tevoorschijn.”
Ferenc: “Je kent zo’n werk uit de literatuur, en dan opeens mag je het vol trots presenteren op de TEFAF en zelfs verkopen. Het leverde ook mooie publiciteit op. Het is nu onderdeel van een particuliere collectie.”
Christel: “Beurzen vinden we ook echt een feestje! Bezig zijn met de kunstvorm die je leuk vindt, en mensen daarover informeren en enthousiasmeren. Het moet voor de bezoeker ook een feest zijn. Natuurlijk is een beurs vermoeiend, maar je krijgt er ook veel energie van!”
Ferenc: “Ja, ik sta altijd acht dagen te stuiteren in de stand. Dan denk ik: ‘Heerlijk, wat hebben we toch een mooi vak!’”
Ferenc: “Koop wat je mooi vindt.”
Christel: “Ja, en oriënteer je goed! Koop een werk dat je echt aanspreekt en waar je een goed gevoel bij hebt. Ga veel kijken, zodat je het verschil kunt zien. Stel, je ziet een icoon dat je wilt kopen, loop dan bijvoorbeeld nog even een rondje. Als je het de tweede keer nog steeds wilt, moet je het nemen.”
Ferenc: “Wij moeten vaktechnisch goed uitleggen wat er bijzonder is aan een icoon en hoe de kwaliteit in elkaar zit. Vaak vergelijk ik het ook met minder goede en juist betere werken, zodat mensen het icoon beter begrijpen. Maar je moet altijd kopen wat je zelf mooi vindt, en je niet laten leiden door mijn verhaal. Vaak zie je dat er iets gebeurt bij mensen: de interactie tussen de icoon en degene die ernaar kijkt.”
Christel: “Wij geven eigenlijk alleen informatie.”
Ferenc: “Ja, we zeggen altijd: wij verkopen geen iconen, we zijn puur intermediair.”
Wat is het mooiste werk dat jullie zelf ooit hebben gekocht?
Ferenc: “Die hangt nu in het museum!”
Christel: “Het is een icoon van Maria van Egypte, een vita, dus met scènes uit haar leven. Het is het eerste icoon dat wij samen voor onze privécollectie kochten, al in 2000. Het is een bijzonder stuk, omdat het geschilderd is in een stijl die weinig voorkomt. We vielen er allebei als een blok voor.”
Ferenc: “Ik vond het werk te mooi en te duur om voor de zaak te kopen, dus toen hebben we ieder de helft ingelegd om het privé aan te schaffen.
Normaal hangt het bij ons in de woonkamer, maar nu is het in bruikleen. Er waren ook veel handelaren en verzamelaars die het wilden kopen, maar dat stuk is zo dierbaar, dat wordt niet verkocht. Ik grap altijd dat ik anders een echtscheiding op mijn hals haal!
We zijn wel trots dat het nu in een museum hangt. Bij het ondertekenen van de bruikleenovereenkomst moest ik wel even slikken, want je bent het werk dan anderhalf jaar kwijt. Maar gelukkig kunnen anderen er nu van genieten!”
Christel: “Ik hoop dat we nog steeds op deze manier verder werken. Dat we nog steeds hier de galerie hebben en de beurzen afgaan. Ik zou op deze voet heel lang door willen gaan.”
Ferenc: “We zijn allebei vakidioten.”
Christel: “Ja, stoppen komt niet bij ons op!”
Ferenc: “Het voelt ook niet als werk, meer als een hobby waar je je werk van hebt gemaakt.”
Christel: “Ik denk ook dat je als kunsthandelaar nooit met pensioen gaat.”
Ferenc: “Nee, ik zou doodongelukkig worden.”
Christel: “Over tien jaar ben ik wel 70, maar dan hoop ik dat we nog steeds vol energie op de beurs staan.”
Ferenc: “Als je gek bent op deze specifieke kunst, dan is het sterven in het harnas. Dan heb je altijd nog de drive om door te gaan en te zoeken naar stukken. Die drive zit er al zo lang in. Dat zijn ingeslepen gewoonten, en daar blijf je gewoon mee doorgaan.”
Christel: “We gaan gewoon door en we zien wel.”
Ferenc: “Ja, we genieten ook iedere dag dat we het samen kunnen doen. We hebben geen kinderen en het is heel fijn dat we dit samen kunnen doen.”
Christel: “En stel je hebt wel kinderen, dan willen ze het misschien ook helemaal niet overnemen.”
Ferenc: “Mensen vragen ook weleens: ‘Word je het niet zat om altijd met zijn tweeën te zijn?’ Maar Christel is mijn vrouw, ondernemingspartner en beste maatje. Dus nee!”
Ferenc: “We hebben van vrijdag 4 oktober tot en met woensdag 9 oktober (2024) de tentoonstelling Tóth Ikonen – 50 Years (1974-2024) in onze galerie in Huizen. We zijn dan dagelijks geopend van 11:00 tot 18:00 uur. Mochten die data niet uitkomen, kun je ons altijd mailen of bellen en zijn we op afspraak geopend.”
Christel: “Daarna nemen we in november weer deel aan PAN Amsterdam met hele bijzondere stukken. Dat is te bezoeken van 25 november tot en met 1 december.”
Wil je meer weten over de galerie van Ferenc en Christel? Bekijk hier de website of ga langs in de galerie of op de beurzen waar ze aan deelnemen!