“Onderzoekers uit Singapore hebben honderden TikTok-video's met de hashtags ‘boomer’ geanalyseerd en ontdekten dat meer dan de helft van deze video's een negatief en stereotiep beeld van ouderen schetst. Ouderen worden vaak neergezet als traag, irrelevant en een hindernis voor vooruitgang.” (Volkskrant/Nieuws, augustus 2023)
Ik begrijp ze wel die jonge mensen –nou ja, laten we zeggen van Gen Z tot aan 40 jaar- die zich ergeren. Maar wie zijn nu eigenlijk precies die boomers? Volgens de literatuur zijn dat de mensen geboren tussen 1941 en 1955. Deze categorie wordt in de media nogal onvriendelijk de grijze golf genoemd. Ik ben zelf dus een boomer, maar ik voel me totaal niet passen in de typeringen van deze grijze golf.
Even een paar stereotypen: De senior voor je bij de kassa die contant en tot op de cent gepast wil betalen, die met een vaartje van 70 de snelweg oprijdt, die bij groen licht nog moet scha-ke-len en op-trek-ken, die op e-bike met hoge snelheid zonder omkijken hoppa, afslaat, en last but not least: onbeschaamd voordringt met een air alsof ze er recht op hebben. Iedereen is ze wel eens tegengekomen, maar is dit wel de meerderheid van de boomers?
Enfin, waar ik nu aandacht voor vraag is voor mensen die echt ECHT OUD zijn geworden. Wat is dan echt oud, en wanneer ben je dat? Mag je nog wel echt oud worden tegenwoordig?
Dan moeten we eerst even helder krijgen wat er wetenschappelijk gezien onder ‘echt oud’ wordt verstaan. Ik ben erover gaan zoeken op internet. Op de site www.verkenjegeest.com vond ik precies wat ik zocht: De fasen van ouderdom en hun fysieke en psychologische veranderingen.
“In grote lijnen kan je zeggen dat de ouderdom de laatste levensfase is, die volgt na de volwassenheid. We zijn gevorderd in leeftijd en hoewel onze capaciteiten afnemen, is het goede nieuws dat emotionele stabiliteit, zelfkennis, verantwoordelijkheid en het vermogen om met complexe situaties om te gaan, volledig ontwikkeld en geïntegreerd zijn in je persoonlijkheid.”
Dat klinkt comfortabel. Maar pas op. In de ouderdomsfase worden drie sub fasen onderscheiden: jong oud, midden oud en oud oud. En in elk van deze drie fasen verandert er iets, op fysiek en mentaal gebied. Bij iedereen, maar natuurlijk niet bij iedereen op dezelfde manier of op dezelfde leeftijd. Omdat de fysieke condities erg kunnen verschillen, richt ik me vooral op de algemene psychologische effecten. Die boeien me sowieso meer en ja, ze hangen daar leeftijdscategorieën aan, dus daar ga ik voor het gemak maar even in mee.
Fase één: jong oud; tussen de 55 en 65 jaar.
De meesten van ons zijn deze fase voorbij of bijna. Bij vrouwen betekent dit: menopauze, met voelbare gevolgen voor lichaam en geest. Bij mannen vindt er ook een menopauze plaats met, behalve de menstruatie, behoorlijk overeenkomende verschijnselen. Je kunt je nu en dan melancholiek gaan voelen, bijvoorbeeld wanneer je je spontaan momenten uit je vroegere leven gaat herinneren. Weet wel, dat is in deze fase heel gebruikelijk. Je hebt ineens een ‘vroeger’. En als je kinderen hebt is dit de fase waarin je het legenestsyndroom kunt gaan ervaren door uitvliegende kinderen. Momenten van eenzaamheid, nutteloosheid en verveling komen voor. Herkenbaar of al verleden tijd?
Fase twee: midden oud; varieert tussen 65 en 79 jaar.
Dit wordt de ‘pure’ ouderdom genoemd. Ik vind dat wel een mooie uitdrukking: oud in haar puurste vorm. De al eerder ingezette fysieke achteruitgang gaat gestaag door. Bewust bewegen is een dagelijkse taak. Wie meedoet met ‘Nederland in Beweging’ op tv zal merken dat de oefeningen ingewikkelder worden. Dat worden ze niet, maar je lijf en je hersenen krijgen er moeite mee. Ik vond het shocking dat ik de pasjes ineens fout ging doen en moeilijker onder de knie kreeg. Het is ook bekend dat mensen in deze fase hun verleden overdenken, de consequenties van hun keuzes onder ogen zien en gebeurtenissen opnieuw ervaren. Je ergert je aan je mentale achteruitgang: spullen kwijt, namen vergeten, wanneer was die afspraak ook alweer, heb ik nou wel of niet de kat buiten gelaten. Zulke dingen. Wie herkent dit niet?
Gekristalliseerde en vloeiende intelligentie
Ik had er nog nooit van gehoord, maar de ‘gekristalliseerde intelligentie’ heeft nu zijn maximale capaciteit bereikt: alles is geleerd. Kruiswoordpuzzels worden relatief makkelijk opgelost, gesprekken worden gevoerd op basis van levenswijsheid, woordenschat en algemene kennis.
Aan de andere kant is de ‘vloeiende intelligentie’, ofwel de capaciteit om door middel van flexibel denken nieuwe problemen op te lossen, vaak op zijn laagst. De welbekende Hoogleraar Klinische Neuropsychologie Erik Scherder van de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) kan het niet vaak genoeg zeggen: “Je houdt je hersenen in conditie door nieuwe verbindingen aan te leggen. Het kost meer moeite, maar dat doe je door nieuwe dingen te leren.” Hij heeft het hier over de vloeibare intelligentie en het flexibele denken. Misschien daarom zien we mensen juist in deze fase een nieuwe studie of hobby oppakken.
Fase drie: oud oud; vanaf de leeftijd van 80 jaar.
De achteruitgang op zowel fysiek als psychisch vlak is volop gaande en onafwendbaar. De kwetsbaarheid van botten en gewrichten overheerst. Jij of je kinderen maken je huis veiliger. Kleedjes, snoeren, handgrepen en soms een traplift. Het credo luidt: “niet vallen!”
Deze fase kan, samen met eventuele andere aandoeningen, je zelfstandigheid en onafhankelijkheid fors beperken. Met vaste bezigheden en gewoontes is het goed mogelijk om zelfstandig te blijven, maar complicaties liggen op de loer. Hulp bij taken als schoonmaken, de was en boodschappen kan je zelfstandigheid aanzienlijk verlengen.
Op psychologisch niveau is de kans groter dat depressiviteit zich –soms sluipend- aankondigt. Het is me opgevallen dat, sinds we ons bewust zijn geworden van de ‘grijze golf’, er bijna altijd in één adem over ouderen gesproken wordt als “eenzame” ouderen. Dat is stigmatiserend en fout. En laten we wel wezen, sommige ouderen voelen zich zelfs ook nog eenzaam als de familie wekelijks op bezoek komt. Eenzaamheid als basisemotie. Anderen zijn eenzaam en bezoekloos omdat zij simpelweg geen aangenaam gezelschap zijn, of sowieso al nooit waren.
De twee factoren die het risico op sociaal isolement vergroten zijn het verlies van familie, vrienden of bekende mensen (acteurs, schrijvers, zangers) van je eigen leeftijd. Ook herkenbaar: je ziet een overlijdensadvertentie, of je krijgt een rouwkaart van iemand die jouw leeftijd heeft of zelfs jonger. En dat komt steeds vaker voor. Je prijs je gelukkig dat je er nog bent, met of zonder chronische kwalen, maar de confrontatie met je eigen onvermijdelijke levenseinde is niet te missen. En de tweede factor is dat de mogelijkheid om nieuwe kennissen of vrienden te maken vrijwel nihil is geworden, zeker wanneer je fysieke toestand het lastig maakt om de deur uit te gaan. Bridge, klaverjassen of UNO spelen in groepjes op vaste dagen is een zegen, maar je moet er wel kunnen komen en dat kost vaak extra moeite.
Gelukkig zijn er veel ouderen die tevreden zijn, kunnen aanvaarden dat het levenseinde zich op elk moment kan aandienen, met een goed gevoel terugkijken op hun leven en dankbaar zijn voor de bezoekjes en de steun die ze ondervinden.
Ik vond het spannend om dit onderwerp te beschrijven, want het ligt gevoelig. De huidige maatschappij ervaart senioren als een last. Je ‘mag’ bijna niet meer oud-zijn en het liever niet zo laten merken. Oud is een nieuw taboe, het zijn rare, eigenwijze en een beetje vieze mensen.
De verwijten van de ‘Gen Z’, hoe hilarisch dat zij “Zoomers” worden genoemd, zijn alom bekend: we zijn te duur, te rijk, we worden te oud, we wonen scheef, wij hebben het milieu omgebracht. En vreemd genoeg denken ze ook nog dat zij ons pensioen aan het betalen zijn.
Naar het einde
Ik ben ervan overtuigd dat bij heel veel mensen de hoge leeftijd zich manifesteert met een organisch terugtrekken uit de maatschappij. De betrokkenheid met alles wat er plaatsvindt wordt kleiner. Het geheugen werkt hier dapper aan mee: hoe oud ben je nu? Hoe heet je ook weer? Mensen en gezichten vervagen en hun verhaal ook. Meningen en overtuigingen blijven, maar hebben geen plek op de voorgrond meer. Het initiatief om oma en opa bij het leven te betrekken komt nu meer van kinderen en kleinkinderen dan dat het vanuit hen komt. “Ik heb mijn tijd gehad, wij hebben onze bijdrage geleverd.” De wereld wordt klein.
Berusting. Prachtig.
Gedurende het onderzoeken van dit onderwerp realiseer ik me dat wat ik in mijn sociale cirkel constateer en nu gelezen heb, ook mijn eigen voorland is. Uitspraken als “ik ga niet meer zo ver van huis, ik kan niet meer zo ver lopen/ fietsen, ik kom ’s avonds niet meer op straat, ik ben moe” hoor ik nu nog met een mengeling van verbazing en teleurstelling aan. Of zijn zij zo wijs dat zij niet -meer- strijden tegen de ouderdomsverschijnselen en het onvermijdelijke gaan aanvaarden?
Want eerlijk gezegd begin ik zelf soms ook wel beetje tegen dingen op te zien, krijg ik wat moeite met plotselinge gebeurtenissen of plekken waar ik de weg niet ken.
Ik sluit af met een wenskreet: ECHT OUD worden mag gewoon! Niemand ontkomt eraan dus laten we het leuk houden. Het kunnen aanvaarden dat je dingen niet meer kunt, maar ook niet meer hoeft, lijkt me ineens weldadig. Ook al ben ik daar nog niet aan toe.
Maar ik weet dat het komt.
En ook dat is goed.