Brigitte Reimann (1933-1973) was een schrijfster die haar stem niet liet verstommen, zelfs niet onder het alziend oog van de Stasi. Haar brieven aan haar geëmigreerde jeugdvriendin Irmgard Weinhofen, gebundeld in Groeten aan Amsterdam, vormen een intiem portret van een vrouw die worstelde met haar idealen, haar kunst en de beperkingen van het DDR-regime. Ze tonen een scherpe geest, een radicale eerlijkheid en een honger naar waarheid die haar schrijverschap typeerde.
Reimann geloofde in het socialisme, maar haar ervaringen met de censuur en de rigide verwachtingen van de Oost-Duitse cultuurpolitiek deden haar geloof wankelen. Literatuur moest volgens de Partij een optimistisch wereldbeeld schetsen, arbeiders dienden als stralende, voorbeeldige figuren geportretteerd te worden. Reimann weigerde echter om mee te gaan in deze opgelegde positiviteit. In haar brieven klaagde ze over critici die haar realisme als provocerend beschouwden: „Alsof arbeiders nooit vloeken, nooit twijfelen, nooit falen!”
Haar roman Die Geschwister, die in 1963 verscheen, belichaamt deze innerlijke strijd. In het boek raakt een jonge vrouw verscheurd tussen haar socialistische idealen en haar broer, die uit de DDR wil vluchten. De DDR stond het boek toe, maar niet zonder ingrepen. Pas in 2023 verscheen een ongecensureerde vertaling, die haar compromisloze blik volledig recht doet.
De briefwisseling met Weinhofen, die naar Nederland was geëmigreerd, biedt een fascinerend inkijkje in Reimanns persoonlijke en professionele leven. De afstand tussen Oost en West vergroot de intensiteit van hun uitwisselingen: politieke frustraties, literaire overwinningen, liefdesperikelen en alledaagse zorgen worden met een openhartigheid gedeeld die opvalt, wetende dat de Stasi mogelijk meelas.
Het is ontroerend om te lezen hoe Reimann haar literaire missie en haar persoonlijke strijd met elkaar vervlecht. Ze omschrijft schrijven als een gevecht dat haar zowel energie als wanhoop bezorgt. „Ik kan niet zonder,” schrijft ze, „maar soms zou ik willen dat ik een ander vak had gekozen.”
Wat deze brieven zo krachtig maakt, is hoe ze laten zien dat Reimann niet alleen vocht tegen het systeem, maar ook tegen zichzelf. Haar werk werd geprezen en bekritiseerd, haar boeken kregen ruimte maar werden ook ingeperkt, haar stem werd gehoord maar tegelijkertijd ondermijnd. Zelfs op haar sterfbed bleef ze scherpzinnig en bewogen: „Als ik lach, klinkt het overdreven, maar ik weiger om stil te vallen.”
Groeten aan Amsterdam is niet alleen een kroniek van een bijzondere vriendschap, maar ook een document van een schrijver die niet anders kon dan radicaal eerlijk zijn. Dichter bij de zielenstrijd van een DDR-auteur kom je niet.
Benieuwd geworden naar het boek? Klik hier om het boek te kopen.