Verhalen over vroeger hypnotiseren. Je groeit ermee op en zij kleuren diep het beeld dat je van een geschiedenis hebt. Neem nu al die verschillende verhalen die over Nederlands-Indië bestaan. Een bont palet aan kleuren. Toen de actrice Wieteke van Dort (1943-2024) dit jaar overleed, kwamen ze allemaal weer voorbij. In mijn jeugd haalde Van Dort op tv herinneringen op aan de goede ouwe tijd voor de onafhankelijkheid van Indonesië.
Zelf was zij geboren in Soerabaja op Java dus zij kon het weten. Met haar familie kwam zij noodgedwongen naar Nederland toen we in 1949 onze kolonie moesten overdragen aan de oorspronkelijke bewoners. Mijn moeder vertelde weleens dat zij in Utrecht na de oorlog kinderen uit Indië in de klas kreeg. Ze waren in haar ogen ‘sloom en verwend’ omdat ze ‘het leven in de tropen gewend waren’. Ook had ik een tante die uit Indië kwam en in een Jappenkamp verschrikkelijke dingen had meegemaakt. Mijn arme tante moest als kind jarenlang debiliteit veinzen om te voorkomen dat zij zou worden verkracht. Op tv zag ik de kinderserie ‘De Kris Poesaka’. En stiekem keek ik met mijn ouders mee naar de serie ‘De Stille Kracht’, naar een boek van Couperus. Allemaal verhalen die mijn beeld van de kolonie verder inkleurden. Ondanks het feit dat ik veel gelezen en gezien heb over de geschiedenis van Nederlands-Indië, hangt bij mij nog steeds een roze gloed over alles wat met de Gordel van Smaragd te maken heeft. Het luie leventje van de Hollanders in ‘De Oost’ spreekt enorm tot mijn verbeelding. De jungle, de sawah’s en de actieve vulkanen. Heel wat anders dan een weiland in Nederland. De rijsttafel met de bijzondere kruiden als sereh en koenjit. De scherpe smaak van sambal. Mijn fantasie gaat met mij aan de haal. Ik hoor mysterieuze geluiden. Het gekraak van een sluipende tijger in de stille tropennacht. Ik zit te dommelen in mijn rieten schommelstoel op de veranda van mijn witte plantagehuis. Vermoeid wenk ik mijn baboe en vraag hem om een glas stroop susu met klapper…
Dan denk ik weer aan Wieteke van Dort. In de jaren 70 keek ik naar de Late Lienshow. De verkleurde beelden zijn hardnekkig. Er komt geen ander beeld voor in de plaats. Ik zie bijvoorbeeld niet generaal Van Heutz die in naam van het Koninkrijk der Nederlanden met zijn manschappen duizenden bewoners van Atjeh over de klink joeg. Ook denk ik niet aan het pijnlijke gegeven dat die baboe uit mijn fantasie gewoon een huisslaaf was die zonder betaling zijn hele leven mijn gezin moest dienen. Ik ben nog steeds Oost-Indisch doof voor het koloniale geluid dat ligt besloten in de zoetsappige liedjes van Tante Lien. Op YouTube staan alle kleuren op een rijtje. ‘Ajoen, Ajoen. In die hoge klapper boom’ hoor je Wieteke en Willem Nijholt zingen. De traditionele televisiebeelden in een verhouding van 4 bij 3 ontroeren me. Het is eigenlijk nostalgie in het kwadraat. Het doet me denken aan mijn eigen kindertijd en aan een vooroorlogs paradijs. Welke van de twee vals blijkt te zijn zal de tijd uitmaken. Tante Lien met een lichtbruine huid, knotje en brilletje was natuurlijk een karikatuur van een Indische vrouw uit de bezittende klasse. In een Hilversumse tv-studio met rieten stoelen en palmbomen en gehuld in een sarong, bouwde zij een nostalgisch tropensfeertje na waar alle Indische mensen naar terugverlangden. In het Maleis spraken zij van ‘tempo doeloe’, de tijd van vroeger.
Inmiddels weten we wel beter. Nederland heeft een grote ereschuld ten opzichte van Indonesië. Onze koning heeft daar onlangs nog zijn officiele excuses voor aangeboden. Gen Z zou zo’n show van Tante Lien nu hoogstwaarschijnlijk cancellen. Want op zo’n manier ons koloniale verleden verheerlijken kan natuurlijk echt niet meer. Dat lijkt me logisch. Stel dat we in de jaren 70 een show hadden gemaakt over het leuke leventje op een suikerplantage in Suriname… dat had zelfs toen al tot grote verontwaardiging geleid. Toch krijg ik het rooskleurige liedje over Nederlands-Indië niet uit mijn hoofd. Ik moet bekennen dat het gegeven van slavernij en uitbuiting in Oost-Indië niet goed tot mijn brein door wil dringen. Terwijl ik het wel weet. Die baboe die achter de rug van een plantagehouder met een palmblad stond te wapperen, deed dit echt niet uit vrije wil. Toen na de Tweede Wereldoorlog in de kolonie een onafhankelijkheidsstrijd losbarstte, hingen in Nederland affiches op de peperbussen met de leus: ‘Indië verloren, rampspoed geboren’. Dit collectieve verlies moet zeer hebben gedaan. Nederland veranderde van een machtig wereldrijk in een boerderij aan de Noordzee. Het leed voor de Indonesiërs, die hun zelfbeschikkingsrecht moesten bevechten met tienduizenden doden, was vele malen groter. De 300.000 repatrianten die na de oorlog in Nederland aan wal kwamen, waren ontheemd. Zij kenden hun koude en gure moederland eigenlijk alleen uit de verhalen van hun aardrijkskundeboek. Net zoals wij hun verhalen weer kennen dankzij de YouTube-filmpjes van Tante Lien. Laten we hopen dat YouTube alle kleuren van de Gordel van Smaragd blijft tonen.
Boomerbox:
De Nederlands-Indische keuken van de familie Delarambelje (link: https://www.burkunk.nl/category/gerechten/ned-indisch/)
Marlin mijmert op YouTube verder over Nederlands-Indië [link: https://youtu.be/rtdc_o_t7vo)
Tante Lien zingt 'Ajoen Ajoen' (Link: https://www.youtube.com/watch?v=QyuaSIMS-qs)