Cisca Dresselhuys heeft een rijke journalistieke carrière. Ze was jarenlang de hoofdredactrice van het maandblad Opzij. In 2008 ging ze met pensioen, maar zij is niet iemand die achter de geraniums gaat zitten. Haar agenda staat nog altijd vol afspraken. Ze is bijna 82 jaar, maar peinst er niet over om te stoppen.
“Op mijn twaalfde wist ik al dat ik journalist wilde worden. Na de middelbare meisjesschool schreef ik een brief aan Trouw en mocht ik als telexiste beginnen op de regioredactie in Utrecht. Met de waarschuwing dat journalist eigenlijk een veel te gevaarlijk beroep was voor meisjes. Het was 1961. Mijn grote geluk was dat op een keer vrijwel alle mannen op mijn afdeling ziek werden. Ik had hier niets mee te maken, hoor. Waardoor de chef mij kleine nieuwsberichtjes in de trant van ‘Drogisterij bestaat 10 jaar’ toevertrouwde. Dat was het begin van mijn journalistieke loopbaan. In 1981 werd ik gevraagd als hoofdredacteur van Opzij. Ik heb lang gepiekerd of ik dat wel wilde. Mijn voorwaarde was dat ik kon blijven schrijven. Ik heb toen het idee verzonnen om mannen te interviewen en dan langs de feministische meetlat te leggen. Die interviews werden berucht. Bij Opzij was ik het gezicht naar buiten toe, als er iets aan de hand was in de vrouwenwereld, werd ik gebeld. Het was geen makkelijke baan, want ik moest ook leidinggeven aan een clubje leuke, maar ook eigenwijze dames.”
“Beslist niet. Ik had mijn pensioen heel goed voorbereid en dat raad ik iedereen aan om te doen. Niet eerst die wereldreis maken en denken: Oh, ik zie het straks allemaal wel. Want dan komt er niets van je eventuele plannen terecht. Je moet alles goed op tijd regelen, zelfs als je vrijwilligerswerk gaat doen.”
“Ik heb de hoofdredacteur van Trouw gebeld, mijn oude werkgever. Ik vertelde hem: ‘Over een half jaar ga ik met pensioen. Heb je werk voor mij?’ Hij reageerde heel positief. Ik mocht kiezen: Interviews, columns of reportages schrijven. Ik ben toen gelijk begonnen met een serie interviews met een aantal bekende Nederlanders die bleven werken na hun pensioen. Ik heb onder andere Bob Smalhout, de anesthesioloog en Neelie Kroes, voormalige politica geïnterviewd. Toen was doorwerken na je pensioen heel uniek. Tegenwoordig komt dat veel vaker voor, kijk maar naar Maarten van Rossum en Philip Freriks. Die zijn nog steeds erg actief en zitten niet sneu op een stoeltje aan het water te vissen.”
“Ik heb veel fantasie en ik let constant goed op wat er allemaal gebeurt om mij heen. Wat hoor ik op straat, in de supermarkt en op de markt. Zegt iemand iets geestig, hoor ik een bijzonder gesprek tussen mensen of loopt een voorbijganger er excentriek bij. Dan denk ik gelijk: Kan ik hier iets mee? Ik onthoud het meestal wel of ik tik even snel een zinnetje in mijn computer. Ik gebruik veel onderwerpen uit het dagelijkse leven in mijn columns. Momenteel schrijf ik twee vaste columns: voor Argus, een journalistenblad, voor de website van Omroep MAX. Voor Nouveau maak ik een serie korte interviews.”
“Ik ben een ijdel persoon en vind het belangrijk om er goed uit te zien. Ik heb gevoel voor kleding en mode. Ik ben een tijdje moderedactrice geweest voor Trouw. (lachten) Ik verf mijn haar, wanneer ik dat niet zou doen, zouden mensen erg schrikken. Ik heb het meegekregen van mijn moeder, Ze was jong weduwe geworden en had het niet breed. Zij maakte er ook altijd werk van en liep er zeer verzorgd bij. Dan kocht ze een zwart pakje bij C&A en fleurde dat met een mooie corsage op. Zo leek het heel wat.”
“Prinses Beatrix. Ik weet ook dat je daar nooit een openhartig gesprek mee zult krijgen. Ik heb prinses Irene weleens gesproken, die is veel toegankelijker. Met prinses Beatrix hebben we lang te maken gehad, maar we weten eigenlijk weinig persoonlijke dingen van haar.”
“Ik maak nu een serie voor Nouveau die heet: Wat ik altijd nog aan mijn ouders had willen vragen. Dat zou ik haar wel willen vragen. Wat had zij Juliana en Bernhard willen vragen.”
“Een uitspraak van de overleden Amerikaanse actrice Bette Davis. ‘Getting old ain’t for sissies. Oftewel: Oud worden is niet voor mietjes. Het is niet makkelijk om oud te worden. Er is verlies van jeugd, schoonheid, gezondheid en dierbare mensen om je heen. Er zit veel verlies in en daar is een tegenwicht voor nodig. Voor mij is dat werken. En dat kan ik iedereen aanraden.”
Cisca Dresselhuys (Leeuwarden, 21 april 1943) is een dochter van een gereformeerde dominee. Op haar vierde verhuisde het gezin naar Roermond, waar zij het St. Ursulalyceum volgde. Drie weken na haar eindexamen ging ze op de redactie van dagblad Trouw werken, hier bleef ze tot 1981. Vanaf 1974 was zij ook medewerkster van het in 1972 opgerichte feministische maandblad Opzij, waarvan zij in 1981 hoofdredactrice werd. Cisca bleef daar tot 2008 werken. Na haar vertrek werkt zij als freelancejournalist voor onder andere Trouw, Zin, Nouveau en de website van Omroep MAX. Zij schreef ook een aantal boeken. Met Jan Slagter maakte ze de podcast De geboden van Slagter en Dresselhuys. Cisca kreeg verschillende onderscheidingen voor haar werk, zoals hoofdredacteur van het Jaar en Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Samen met haar echtgenoot journalist Koos Groen woont ze in Hilversum.