Bijna Boeddhist

Jaren geleden vroeg iemand mij “Geloof jij in wedergeboorte, dat terugkomt op de wereld nadat je bent dood gegaan?” Ik wist destijds niet direct wat ik moest antwoorden. Ondanks mijn Rooms-Katholieke opvoeding was ik er inmiddels van overtuigd dat er geen God bestaat, althans niet in de vorm waarin hij in mijn jeugd werd aangeboden. Maar wat dan wel, was er überhaupt “iets”?

In samenwerking met

Bijna Boeddhist
Simone Sevink

Door 

Simone Sevink

Gepubliceerd op

Dec 12, 2024

Ik was zoekende en in die zoektocht stuitte ik spontaan op het boeddhisme. Ik volgde een serie lezingen van -de toen voor mij toen nog onbekende- Matthijs Schouten, bijzonder hoogleraar ecologie en filosofie van het natuurherstel aan de Wageningen University & Research, en tevens Boeddhistisch leraar. Matthijs is behalve boeddhist, zeer erudiet en populair, gewoon een makkelijk benaderbare charismatische man. Hij vertelt het ontstaansverhaal van het Boeddhisme, te beginnen bij de jonge prins Siddharta. Ik hing jaar na jaar aan zijn lippen, ook al was de basis van het verhaal natuurlijk steeds hetzelfde, ik kon -en kan- het niet vaak genoeg horen. De beginselen van de Vier Edele Waarheden en het Achtvoudige Pad kwamen in mijn leven.   

Toen mijn hartsvriendin en ik in 2008 tijdens onze maandelijkse kroegavond onder het genot van ‘een flesje’ de stand van onze respectievelijke levens zaten door te nemen, zei ik spontaan: “Ik zou wel eens weg willen, van alles, helemaal weg.” Mijn vriendin keek me aan en zei: “Heb jij dat ook?” Twee glazen verder was het plan geboren: we zouden op sabbatical gaan. 

We, – destijds respectievelijk 62 en 55 jaar, begonnen met een lijst van te nemen besluiten: wanneer , waarheen , hoe lang en last but not least: wat gaat dat kosten? Kort daarop kwam daar nog bij: hoe regelen we dit op ons werk en hoe valt het thuis?   In mijn geval kreeg ik thuis een enthousiast “Natuurlijk, als je het kan regelen: doen!”.  Op mijn werk kreeg ik tot mijn verbazing ook medewerking: mijn werkgever stelde voor om mijn salaris over de nodige dagen onbetaald verlof uit te smeren. Zo ontving ik niet alleen continu een deel salaris maar zouden de sociale verzekeringen en pensioenafdracht niet onderbroken worden.  

Onze 3 maanden sabbatical begon op uitstekend initiatief van mijn vriendin, met een 14-daagse ‘georganiseerde’ bouwstenenreis in Thailand. We zouden tijdens de bezoeken aan diverse toeristische sites kunnen wennen aan het klimaat, het eten en de landsaard, en ons aldus op ons gemak gaan voelen in Azië. Na die 14 dagen hadden we verder niets gepland.  

Het voert te ver om onze sabbatical in detail te beschrijven, maar in één woord kan ik het wel: perfect. Ik laat de natuur, de onuitputtelijke vriendelijkheid en behulpzaamheid van de mensen en het onbeschrijflijk heerlijke eten en drinken buiten dit verhaal.  

Natuurlijk hadden we last van de klamme hitte, van te kleine tweepersoonsbedden, de vele uren haperend internet, van elkaar, en nog meer. Maar alle wensen, de bewuste en zelfs de nog onbewuste, werden bijna als vanzelf vervuld. 

Ik ga nu in pure zelfbeheersing terug naar de titel van deze column: Bijna Boeddhist.  

We arriveren op enig moment met de welbekende en onvolprezen nachttrein vanuit Bangkok in Chiang Mai (aanrader) 

Wat ik nog niet wist: op deze plek zou mijn leven voorgoed veranderen, want hier zou een lijfelijke kennismaking met het boeddhisme plaatsvinden.  

In een boekwinkeltje voor reizigers waar je voor 10 Baht een boek kan kopen en na uitlezen voor 5 Baht terugverkopen. Een meditatie oord in Pai, met de bus te bereizen, heeft plek om te komen mediteren. Ik heb een dag getwijfeld, overlegd met vriendin, en vatte uiteindelijk de moed om te bellen.  

En ja! Onze wegen zouden zich tijdelijk scheiden: ik voor vijf dagen naar het meditatie oord, mijn vriendin met een gehuurde scooter de hort op en doet een Thai cooking class.  

Ik stap op de bus en ik word in Pai opgehaald door de leraar. Ik mag achterop de brommer en: “Of ik alsjeblieft de tas met plastic zakjes warme spicy yakmelk wil vasthouden.” Tuurlijk. Die avond proef ik deze warme spicy melk. Iets lekkerder bestaat er in mijn ogen niet.  

Ik weet nauwelijks waar ik terecht ben gekomen en ik ken de man niet. Ik ken sowieso niemand.  Puur vertrouwen. Kom daar nou nog maar es om.  

Het blijkt een klein bungalowpark aan een meertje met een aantal één á tweepersoons huisjes. Javaanse stijl: trapje, veranda, openslaande deuren, slaapruimte met klamboe, kastje, en aan de buitenkant een openlucht douche en toilet. Ik krijg een huisje voor mij alleen.  

De teacher leert mij die avond geduldig de uitgebreide begroeting die aan het begin van iedere meditatie uitgevoerd wordt, en hij leent mij zijn witte trui. Niet alleen omdat we in de bergen zijn, maar ook omdat wit de voorkeurskleur is voor kleding in meditatiecentra.  

Inderdaad, ik wist nog niets.  

Ook niet over het opgelegde absolute zwijgen, het inleveren van je mobiele telefoon, geen radiootje, muziek of leesboeken, geen schrijfwaren, behalve ontbijt en lunch niets tot je nemen uitgezonderd het zakje spicy melk in de vroege avond. Niets wat je zou kunnen afleiden want meditatie vereist focus.  

De methode blijkt de ‘Vipassana’ meditatie te zijn -Vipassana betekent: de dingen zien zoals ze zijn’-, strak in de leer en ook bekend als ‘inzichtmeditatie’. Een eeuwenoude techniek uit India, gericht op het ontwikkelen van innerlijke rust en inzicht.  

Ik wist niet wat het was.  

De dagindeling is als volgt uit: om 04.00 uur loopt de teacher rond met de gong: opstaan, niet wassen of eten en met een deken om starten met mediteren op je verandaatje. Als beginner was mijn schema twintig minuten mediteren - vijf minuten pauze. Om 07.00 uur gezamenlijk zwijgend ontbijt gevolgd door meditaties in je huisje in hetzelfde ritme tot 12.00 uur. Gezamenlijk zwijgend een heerlijke warme lunch, tevens laatste maaltijd van de dag. Rustuur. Om 14.00 uur beginnen meditaties tot 18.00 uur, desgewenst een loopmeditatie. Rustuur. Om 19.00 uur wordt de warme spicy melk in plastic zakjes rondgebracht, tot 20.00 uur meditatie, de gong gaat weer: naar bed en slapen.  

Ik krijg pijn aan mijn kont, mijn benen prikkelen en slapen, ik kan mijn ogen niet dicht houden of niet open houden, ik hoor van alles inclusief muggen, mijn duim en middelvinger blijven maar bewegen in plaats van de lotushouding te accepteren. En als ik dan eindelijk rustig zit –op twee kussens- met mijn ogen dicht en benen in een houdbare positie, dan flitsen allerlei kleuren en figuren langs de binnenkant van mijn oogleden.  

Dagelijks komt de teacher langs en kijkt vanaf een afstand wat ik doe en of het goed is. In een kort gesprekje polst hij hoe het gaat en zet de puntjes op de i van het mediteren. Zo is het niet de bedoeling dat ik kleuren zie, ik moet niks zien en helemaal nergens aandacht aan schenken: omgevingsgeluiden, jeuk, pijn. Hoe dan?  

Het toverwoord is: adem in – adem uit, adem in – adem uit. 

En warempel, na ongeveer 36 uur oefenen begin ik naar mijn kussens op het verandaatje te verlangen. Ik merk dat ik niks denk en als er toch een gedachte aankomt, kan ik hem afwenden. Ik zie of hoor niks meer en ben toch wakker. De twintig minuten worden te kort en van de leraar mag ik nu veertig minuten mediteren in een ‘zit’, zoals dat heet. 

De innerlijke kalmte, tolerantie en aanvaarding, de tevredenheid en helderheid van geest die met iedere meditatie toenemen, ervaar ik als een wonder. Hoe kan dit bestaan?  

Na vijf dagen ga ik met dezelfde brommer en bus terug naar mijn vriendin in het hostel in Chiang Mai. Ik weet nu, er is iets groots in mijn leven gekomen en dat blijft, voor altijd. 

☕️ Ontdek, leer en verrijk je leven.

Geen spam. Alleen nuttige en interessante dingen, rechtstreeks in jouw inbox.
We geven om jouw data in onze privacy policy.
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.

Vergelijkbare artikelen